Onuitgegeven gedicht van Guido Gezelle
Aan mijne nichte Maria, op den blijden dag harer Eerste H. Communie, ontvangen in de parochiale kerk van Ardoije, 22 Maart 1888.
H.S.
ACH geliefde, u aan te spreken
is voor mij eene eere, maar,
beter kwame omleeggestreken
beter kwame een Engel klaar!
Kwame een van die geesten neder,
die aanbiddend, dag en nacht,
Heilig, heilig, her end weder
zingen op de hemel wacht.
Neen, ge en zijt daar, mijn beminde
nichte, gij niet meer: het is
eer God zelve dien ik vinde
Tabernakel, onlangs leden,
waart ge en zijt gij nog terstonds
Troon van Gods aanbidlijkheden,
gulden arke des verbonds.