Biekorf. Jaargang 16(1905)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Morgenlied DE heuvlen en de dalen zijn uit den sluimer opgestaan. In 't prille morgenstralen daar wil ik wandlen gaan. Uit heldre bron ontspringen de stroomen van den dageraad de klare zonneschingen waarin de schepping baadt. De ruime bosschen galmen met duizend stemmen God ter eer. De groene weiden walmen hun wierook voor den Heer. Veel duizend diamanten ontsteekt de zon in 't groene gras in hagen en in kanten en needrig struikgewas. [pagina 374] [p. 374] De windekes verzuchten van liefde en lust en overal op aarde en in de luchten is klank en vreugdgeschal. De heuvlen en de dalen zijn uit den sluimer opgestaan. In 't prille morgenstralen daar wil ik wandlen gaan. D. Van Haute Vorige Volgende