Biekorf. Jaargang 16

(1905)– [tijdschrift] Biekorf– rechtenstatus



Aan mijn jongen vriend Emiel Van den Berghe WAT zeg ik u tot stichting voor, Dat, langs uw gretig luistrend oor, Sinds jaren niet in 't hart u drong Uit moeders hart, van moeders tong? Wat zing ik u in rijm en dicht Dat niet vol schaamte zwijgt en zwicht, Voor 't wijze, lieve en stichtend woord Uit vaders hart en mond gehoord? Mijn vriendje, neen; mijn dorre lied Vandage leert noch sticht u niet: Voor uwe deugd blijft moeders zorg, En voor uw werk blijft vader borg. Een woordje zeg ik u: ‘Geluk!’ Geluk vandaag, en, in den druk En drang van 't later leven - ach! Geluk zooveel als 't immer mag!
[pagina 310]
Zooveel als 't God, den Heer behaagt Dien gij voor 't eerst in 't harte draagt, En die - aan wie Hem trouw bemint - Of blijdschap geeft, of moed, mijn kind! 4 Juli 1905 E. De Lepeleer