Biekorf. Jaargang 16(1905)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lenteschets BLIJDE springt het beekje grillig over kiezel, over kei, wijl de koeien trage stappend, grazen in de groene wei. En het morgenwindje wandelt spelend langs den koelen vliet, waar het koeterken naar de echo's roept zijn wild en helder lied. Roept zijn wild en helder liedje... slag op slag van djakgeknal klakt en vult de tusschenpoze slag op slag door 't wijde dal. In de brank, van tak op tak, vliegt kettrend 't bange vinkenpaar; jongskens in het nestje steken gapend koppekens te gaar. Helder lacht de zon uit 't oosten lijk een moeder op haar kind, en het aardrijk warmgekust voelt dat het leven herbegint. Theo Brakels Vorige Volgende