Mengelmaren
WE schrijven hieronder twee uittreksels af, omdat we meenden dat de lezers van ‘Biekorf’ in heide belang kunnen stellen.
Het eerste is van D.A. Stracke S.J., die in Lectuur (1905, blz. 84 en volg.) het werk bespreekt van Dr. C.G.N. de Vooys: Middelnederlandse Marialegenden van wege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
‘De legendenverzamelaars moeten beschouwd in de omstandigheden van hun tijd, als beschavingsproducten die men evengoed aantreft buiten als binnen de kloosters; van opzettelijke overdrijving of leugen kan er inzonderheid geen spraak zijn. Zulk oordeel moet echter nog nader worden omschreven en gestaafd om ingang te vinden waar het hoort. Het is dan ook te wenschen dat eenige Zuidnederlandsche geleerden die door hun godsdienst en geschiedenis nauwere verwantschap van geest en hart met een Caesarius ol een Cantimpré bezitten, insgelijks werkzaam worden op dit breede studieveld. Nog menig vooroordeel verduistert den blik van Protestantsche schrijvers. Tal van minder juiste uitdrukkingen en verkortingen moeten hier nog geweerd.’ (bldz. 85).
Het tweede knippen we uit Stemmen onzer Eeuw (1905 blz. 191-2), waar Fr. Bonaventura Kruitwagen, O.T.M. (Woerden) 't volgende schrijft:
‘Tegen het eind van dit jaar hoop ik in de Analecta Bollandiana de beschrijving te geven van de Latijnsche handschriften der “Actus [beati Francisci et sociorum eius]” (en “Speculum perfectionis”, welke te zamen, vermengd met andere elementen, in de Latijnsche handschriften verwerkt zijn tot de zgn. “Legenda antiqua”), welke ik in Nederland heb kunnen vinden. Het zijn de volgende: Den Haag, Kon. Bibliotheek, handschrift 73 H. 35 (vroeger K 54); Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Cat. Tiele, handschrift no 126, no 167 en no 315; Deventer, Athenaeum-bibliotheek, handschrift 10 W 5 (Cat. van Slee, no 35). Daarbij komen nog Düsseldorf, Staatsarchiv (vroeger Landesbibliothek), handschrift B 85 en Brussel, Biblioth. royale, handschrift no 771-2. Kan mij iemand nog andere Latijnsche handschriften van “Actus”, “Speculum perfectionis” of “Legenda antiqua” aanwijzen? Ook gegevens omtrent andere Latijnsche handschriften, welke Franciscana bevatten, zal ik in dank ontvangen. (De bladen die deze vraag zouden willen overnemen, zullen mij daarmede eenen grooten dienst bewijzen).’
Wie vat 't aan?
Jan Bernaerts, leeraar in het Nederlandsch, te La Louvière.