Biekorf. Jaargang 16(1905)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] Op hope WAT is me dat een leven in den brankenburcht der boomen! Scherp-getaalde kunstenaren laten uit der kele varen blijde klankenstroomen. De meeze tapt en timmert aan het nestjen daar ze in weunen te zomer met heur volkske gaat, en luide laat ze een leutig liedje deunen. Daar rammelt ons zijn zilver uit de lieve merelare, zijn klanken-zichtsel licht en zoet rel-rinkelen doet de wondre tooverare. Het klingel-klangelt overal in 't takgebouw der boomen; ze deunen liedjes lang en luid de vogels bunder kelen uit in volle klankenstroomen. F. De Jonghe Vorige Volgende