Het eigenaardige van die verschrikkelijke kwale is dat de ziekte haar treurig einde vindt vooraleer er een enkel pokkenuitslagteeken te voorschijn komt. De bloedontbinding is zoo erg dat het levensvocht langs alle zijden uit de bloedvaten in het omliggende geweefsel gevloeid komt: onder het vlies der oogen, onder het vel geheel het lichaam door, in den mond, dieper in de organen, in de hersens, de maag, den darm, de nieren, enz. Niemand en kan aan die bloedoplossing door het aloverweldigend vergift wêerstaan; en, in twee drie dagen, niet zelden in eenige uren, is de gezondste mensch geveld en ontlevend.
De uitslag, bij al de pokkenzieken, komt meest op en ontwikkelt in het wezen. Zoo komt het, in de gevallen van erge ineenloopende pokken, dat het aangezicht van den mensch waarlijk niet meer kennelijk en is. Lippen, neus, ooren, wangen staan dik opgezwollen en met vuile loopende etterpuisten bedekt; de oogschelen en het slap vleesch daarrond, opgepoeft en te bersten gespannen, duwen de oogen toe.
Op de slijmvliezen speelt de leveling ook zijn boosaardig spel: alzoo verwekt hij uitslag langs binnen op de oogschelen, en op het witte van de oogen; die slijmvliespokken geven aanleiding tot allerhande oogkwalen, en 't gebeurt dikwijls genoeg dat het gezicht ten deele, of de ooge op haar geheele, verloren gaat.
In mond en neus, in keel en adempijpen komen er gewijzigde pokken te voorschijn; geen echte porren of pokkenpuisten zijn het, maar wel pokkenzweren. Ze en laten daarom niet van lastige kwellingen te veroorzaken in mond, keel- en neusgestel; het gehoor kan er veel door lijden en kwalijk geneesbare oorziekten worden er door te weeg gebracht.
Nu en dan wordt die pokkenontsteking in den roeper overgeweldig, zij dringt dieper voort tot op het kraakbeengeweefsel en veroorzaakt er snel opkomende verstikkingen door het geduchte ‘ledema glottidis’.
Uitwendige, langdurige veretteringen bestatigt men nog