In de schriften uit 't begin onzer tijdrekening wordt er gewag van gemaakt. Men vermeldt dat zij in de jaren vijfhonderd, uit het Oosten naar onze streken overgebracht wierden en sedertdien zijn zij trouwe, alhoewel noodgeziene kalanten, gebleven.
't En is niet al te danig te verwonderen dat onze voorouders met dat pokkenbezoek niet te erg gediend en waren.
Als wij, in de oude boeken, de vreesinboezemende beschrijvingen lezen over de schrikbare verwoestingen, door de pokken te weeg gebracht; als wij vernemen dat de pokken, op éénder voet gesteld waren met de peste en de melaatschheid, die teisterende geesels der oude tijden en der middeleeuwen; dat, voor een allerminste, de vier vijfden der levende menschen door de besmetting aangetast wierden, dat een groot deel der overvallen kranken er door te gronde gingen, dat, bij degenen die er het leven niet bij en lieten, zoo menigvuldige andere kwalen en ellenden achterbleven; als wij dat alles, zelfs nu nog, koel weg overwegen, wien zal 't verwonderen te vernemen dat de pokken voor eene der gevaarlijkste ziekten golden die voortijds bekend stonden.
Wij kunnen ons nu tegenwoordig moeielijk een helder gedacht maken van het ongehoord geweld, van de algemeene uitbreiding der pokken zooals zij tot op het einde der achttiende eeuw, in England, en later ook nog in de andere landen, bekend stonden.
Gij zult het misschien beter gelooven en begrijpen als gij verneemt dat de pokken eene der allerbesmettelijkste ziekten zijn die wij kennen; dat er weinig menschen gevonden worden die eene ingeborene en bij blijvende onvatbaarheid van die plage bezitten.
Alzoo komt het, of kwam het voortijds, dat van zoohaast de pokken in een nog pokkenvrij land ingesleept wierden, oud en jong, arm en rijk in den omtrek van het eerste geval, weldra door geheel de naburige streke aangetast wierd. Met ware bliksemsnelheid vloog de ziekte allen-