Biekorf. Jaargang 15
(1904)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 345]
| |
Wat was uw leven hier? Een enkel pogen,
bedwongen vuur en staamlen krank en flauw,
verheven denken zonder 't spraakvermogen
dat uw gedacht naar waarheid schetsen zou.
Gij waart lijk Mozes, boven de aardsche dalen,
op eenen berg geplaatst, o Godsgezant,
en voeldet u onmachtig om te malen
de schoonheid die gij zaagt, het heilig land.
Uw teeder lied verrukte ons hert en zinnen.
Gij maaktet ons het aardsche leven zoet.
Gij leerdet ons de schepping Gods beminnen,
tot God ons wenden, bron van alle goed.
En zullen wij dit lied, zoo heerlijk, derven?
Onsterflijk is 't, en nimmer ons ontzeid.
Doch gij ontstijgt deze aarde en door uw sterven
wordt gij Gods zanger in der eeuwigheid.
Vichte. D. Van Haute |
|