Biekorf. Jaargang 15
(1904)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 223]
| |
MengelmarenAftelrijmenAl onder de brugge
zat er een mugge
met heur muile wijd open;
zeven kwezels kwamen er deure gekropen.
Stadhuis, stadhuis, leurhuis,
leurhuis zonder einde.
Kruiske, kruiske, William,
Vivat Napoléon!
Die on treft is er aan. (Geh. te Kerckhove.) *** A - b - c
De katte ging mêe,
den hond bleef thuis,
Wip, zei de muis
al over 't huis.
Die huis treft is er aan. (Geh. te Avelghem.) *** Al onder den pot
waar zit de zot
al in zijn kot?
Wat doet hij daar?
Eiers zuipen
met heele kuipen,
zijn die eiers goed?
Wel neen's, ze zijn bebroed
van koekeloereloere
Die loere treft is er aan. (Geh. te Avelghem.) *** Pontne, pontne, pontne pie,
tapie, tapie roeze,
pontne, pontne, pontne rie
tapie, tapie rie.
De kinders moeten twee vuisten uitsteken. Die rie treft moet 'nen vuist intrekken. Dan telt men voort af en die nog eens rie heeft, en dus den tweeden vuist ook moet intrekken, is er aan.
(Geh. te Berchem. - Vlaanderen). | |
[pagina 224]
| |
Bachten de kerke ligt er een blok,
is hij niet gestolen, hij ligt er nog.
Tellen wij tiene, twintig,.... honderd.
Die hier eerst af is, ik of gij.
Die gij treft is er aan. (Geh. te Zedelghem, Stalhille.) ***
Als er twee moeten kiezen: Pief, poef, paf,
gij zijt er af.
(Geh. te Avelghem.) *** Mijn kind, waar hebt gij zoo lange geweest?
Bij den apotheker in de Kerkestraat.
Die straat treft is er aan. (Geh. te Avelghem.) *** Mijn vader heeft een tonneke bier gekocht,
hoeveel pintjes zijn er in?
Het kind dat het woord in treft, zegt een getal, b.v. tien. Men telt dan voort van een tot aan dit getal en die dit getal treft is er aan. (Geh. te Avelghem.) *** Al achter de groene linde,Ga naar voetnoot(1)
daar lag een engelsch schip;
de Franschen zijn gekomen,
zij waren niet beter als ik.
Un, deux, tip
de valle, valle knip,
de valle, valle boekeblomme,
un, deux, tip.
Die tip treft is er aan. (Geh. te Avelghem.) C.B.V. |
|