Mengelmaren
Middenstand of Middelstand?
HET bestuur van den Handeldrijvenden Middelstand te Amsterdam schrijft:
Kort geleden werd in onze vergadering de opmerking gemaakt, dat het juister zoude zijn te spreken van ‘Middelstand’ dan van ‘Middenstand.’ Sommigen meenden, dat de vorm middenstand langzamerhand burgerrecht had verkregen; anderen beriepen zich op bestaande woordenboeken. Besloten werd de meening van prof. dr. J. Verdam te Leiden te vragen.
Prof. Verdam is zoo welwillend geweest in een uitvoerig schrijven zijne zienswijze aan ons comité te verduidelijken.
Z.H. Ed. Z.G. schreef ons als volgt:
‘In antwoord op uwe vraag aangaande den juisten naamsvorm van den titel uwer vereeniging, heb ik de eer u het volgende mede te deelen:
Van ouds is de vorm, die in het Nederlandsch (en ook in het Hoogduitsch) gediend heeft om het begrip “midden” in samenstellingen uit te drukken, middel geweest. Het Middel-Nederlandsch kent geen andere; daar waar midden een enkele maal gevonden wordt, hebben wij te doen met samenkoppelingen, b.v. “te middensomer”, eig. “te midden zomer” (in het midden van den zomer).
In het bekende woordenboek van Kiliaen (1605), vindt men verscheidene samenstellingen met middel-, maar bij midden alleen “middennacht”, en eene samenkoppeling, evenals “middernacht” en middenschot, waarbij evenwel, als naar het meer gewone, naar middelschot wordt verwezen.
In het woordenboek van Weiland (1804) eveneens alleen samenstellingen met middel-, en daaronder ook “middelstaat” en “middelstand.”
Midden had evengoed als middel- in samenstellingen kunnen gaan dienen (men vindt b.v. nu en dan “middeneeuwen” naast “middeleeuwen”, maar in den lateren tijd, vlg. eng. “middle ages”), maar het heeft zich als zoodanig niet ontwikkeld. Alleen kan men zeggen dat midden- de gebruikelijke vorm geworden is in enkele aardrijkskundige namen, als “Midden-Amerika”, “Midden-Europa”, “Midden-Java” e.a.
Het komt mij dus voor, dat middenstand voor onze taal een minder juiste vorm is dan “Middelstand” en dat zij gelijk hebben, die meenen dat uwe vereeniging in goed Nederlandsch moet genoemd worden “Comité (?) van den handeldrijvenden Middelstand”.
U vergunnende van mijn schrijven het gebruik te maken dat u wenschelijk voorkomt, heb ik de eer mij te noemen,
Uwen D.
(was get.) J. Verdam.’
Uit het Centrum, den 4en van Zomermaand 1904.