Biekorf. Jaargang 15
(1904)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMengelmarenBIJDRAGE tot de geschiedenis van de Iepersche Rederijkkamer De Korenbloem, gezeid Lichtgelaen, door den heer J. Bols.Van in de eerste helft der 14e eeuw kwam de Rederijkkamer Lichtgelaen van Ieperen jaarlijks in bedevaart naar Alsemberg, - een dorp in Brabant, toen verloren in de diepte van het groote Zoniënbosch, - en spaarde tijd, noch moeite, noch geld, om, niettegenstaande den meer dan 20 uren verren afstand, telkens eene kostelijke offergift aan de voeten van 't Alsembergsche vermaard wonderbeeld van O.L.V. te komen neerleggen.... gewoonlijk was 't een met het wapen der stad en het blazoen der gilde versierde mantel, bestemd voor het beeld... De Prynselycke Gylde van Onse Lyeve Vrauwe van Alsenberghe Gesyet Lychtgelaen, ook nog genoemd De Koornbloeme, werd ten jare | |
[pagina 62]
| |
1315 ingesteld door eenige burgers die onder Robrecht van Bethune te Kortrijk gestreden hadden; zij namen O.L.V. van Alsemberg voor hunne patrones. De hoofdman dezer gilde werd gewoonlijk gekozen onder de schepenen der stad. De graaf van Vlaanderen Robrecht van Bethune keurde de instelling goed. In Augustus 1408 verleende het magistraat van Ieperen zekere voorrechten aan dit broederschap, dat in St.-Nicolaaskerk opgericht, de zinnebeeldige bloem, het blazoen en de kenteekens van het broederschap van Alsemberg had aangenomen. Volgens de plaatselijke kronijken vierde de stad Ieperen plechtiglijk in 1483 het eerste honderdjarige jubileum van haar ontzet in de vorige eeuw; zij zou, met deze gelegenheid, eene bijzonder schitterende processie, door een tooneelkundig feest gevolgd, ingericht hebben. Onder de titels der stukken, in 1483 door vijf Iepersche gilden uitgevoerd, stippen wij aan: 1o ...... 2o De vergramde Koning David, door de wijze Abigaïl gestild (gelijk Christus, vergramd tegen de Ieperlingen, door het gebed zijner gebenedijde Moeder bewogen werd), gespeeld door de Gilde van O.L.V. van Alsemberg, met kenspreuk: Door 's geest weldaden
Zyn wy licht geladenGa naar voetnoot(1).
Alle jaren gingen dus, zooals hooger gezeid werd, de leden van het Iepersch broederschap aan O.L.V. van Alsemberg hunne giften offeren. Doch in 1516 hadden zij het opdragen van hun jaarlijksch geschenk verwaarloosd, en Karel V, op aandringen van de bestierders der Confrerie te Alsemberg, schreef den 23 Juli 1516 uit Brussel eenen brief aan de schepenen van Ieperen, hun meldende dat de gildebroeders ofwel moesten ophouden van den titel, het wapen en de eereteekens van het broederschap van O.L.V. van Alsemberg in St.-Nicolaaskerk te gebruiken, ofwel dat zij hunne vroegere gewoonte van jaarlijksche gift moesten hernemenGa naar voetnoot(2) De Iepersche Confraters offerden dan weer den mantel op. In 1527 kregen zij eene hulpsom van het magistraat om die gift te betalen. Den 19 Juli 1530 kwam Keizer Karel in persoon naar Ieperen; de koninklijke gilden gingen hem in groot geweer te gemoet, en De Koornbloeme had natuurlijk hare plaats in den luistervollen optochtGa naar voetnoot(3). ‘... De Yperlingen niet tevreden met een beeld dat den naam van O.L.V. van Alsemberg droeg, kregen nog in het hoofd van zelve een Broederschap in te stellen, g'heel en gansch gelijkvormig aan dit van de prochie van Alsemberg. | |
[pagina 63]
| |
‘Met dat te doen zonder oorlof kwetsten zij zeker de voorrechten van de vermaarde prochie uit 't Brabantsche, want op 1 September 1536 deed de gouvernante Marie haar beklag aan de schepenen van Yper, omdieswille dat de burgers der stad zoo stout hadden durven zijn, van zelve een Broederschap in te richten met al de koleuren, zinnebeelden, leuzen of kenspreuken der aloude confrerie van O.L.V. van Alsemberg bij Brussel, en dat zij sedert eenige jaren den mantel niet meer en gaven dien zij jaarlijks plochten te offeren aan O.L.V. van Alsemberg. De Yperlingen meenden stilzwijgenderwijze die kleine moeilijkheid te laten voorbijvliegen. Doch de gouvernante hield aan, en zij vermaande nog eens de schepenen van Yper op den 19 Januari nadien.’ ‘Den 7 October 1571 behaalden de christene vorsten den roemrijken zegepraal op de Turken bij Lepante. Zijne Heiligheid Pius V, tot gedachtenis daarvan, deed de aanroeping “Hulp der Christenen, bid voor ons”, in de Litanie van O.L. Vrouwe stellen. 't Is ter dezer gelegenheid dat O.L.V. van Alsemberg in S. Nicolaas kerke begon vereerd te zijn onder den titel van O.L.V. van HulpeGa naar voetnoot(1).’ Het beeld van O.L.V. van Alsemberg is in 1578, uit schrik voor de geuzen, verborgen geweest, zooals de stadskronieken ons verhalen: ‘Daegs voor dat de stad door deze (geuzen) wierd ingenomen (in Juni 1578), hebben twee godvruchtige borgers, Godfried Ramont en Marcus Lauwereins, 's avonds het beeld van O.L.V. van Alsemberghe met eenige kostelyke ornementen gevlucht, 't zelve dragende op een berrie daer eene matrasse op lagh, gedeckt met lakens en sarge, al of het een siecken hadde geweest, naer t' huis van Alexander Florentyn, wonende op de Groote Markt recht over de hoofdwacht in den Gouden Kop, alwaer het verborgen wierd, staende op een altaerke. Als de stad nu wederom aen de Spanjaerds was, wierd het beeld door de gebroeders van Alsemberghe, in April 1584, processiewys in de kerk van St.-Niclaes gedregen, alwaer het naerdien nog langen tyd, volgens de getuigenis der geschiedschryvers, met groote devotie vereerd wierdGa naar voetnoot(2).’ De gilde, in 1578 door de beeldstormers ontbonden, werd in 1618 heringericht.................... In 1625 bekwamen de ‘ghildebroeders van onze vrauwe van Alsemberghe, geseyt lightgelaeden, ter cause van gheexhibeert thebbene een treurspel van Suzanna maghet en martelaresse, bij ordonnance van IJden oust 1625. XVIIJ lb.Ga naar voetnoot(3).’ In 1629: ‘De Lichtgelaeden vertoont hebbende een ander spel ter selven tijde bij ordonnance met quitan. XVIIJ lb.Ga naar voetnoot(4).’ | |
[pagina 64]
| |
In 1644 werden de jaarlijksche vertooningen opgeschorstGa naar voetnoot(1). In 1654 bekwam de ‘door de oorloghen ende beroerten van het Landt’Ga naar voetnoot(2) verslapte godsvrucht der gildebroeders tot O.L.V. van Alsemberg een nieuw leven............... H.C.B. schrijftGa naar voetnoot(3) dat het Broederschap van O.L.V. van Alsemberg nogmaals ingericht wierd den 11 Juni 1673........ Den 12 Meert 1688, werd de autaar van O.L.V. van Alsemberg, in de kerk van St.-Nikolaas te Ieperen, ‘geprivilegieerd’ voor zeven jaarGa naar voetnoot(4). Hetzelfde jaar, den 3den Augustus, speelde de prinselijke gilde van O.L.V. van Alsemberg een tooneelstuk, opgedragen aan het magistraat der stad en voor titel voerende: Justinianus, keizer van het Oosten, en zijn generaal Belisarius. Het tooneel stond opgericht vóór de HalleGa naar voetnoot(5). Den 5 September 1773 vierde men den eersten honderdjarigen Jubilé van de instelling der Confrerie van O.L.V. van Hulpe. ‘Eene luisterrijke processie doorliep de Boterstraat, de Lentemarkt, de Boesingestraat, de Houtmarkt, de Dixmudestraat, de Markt. Een autaar, dienende voor stilstandplaats, was op de Markt opgemaakt tegen het huis genaamd Den Gouden Kop, uit reden dat, binst de droevige tijden van 't geuzenbewind, het beeld van O.L.V. van Alsemberg in dit huis had verdoken geblevenGa naar voetnoot(6).’ In 1794, na het beleg van leperen, hield de gilde voorgoed op te bestaan; maar het broederschap of geestelijk genootschap bloeit er nog in de kerk van St.-Nikolaas. (Uit de Verslagen der Koninklijke Vlaamsche Taalvroedschap, Wintermaand, 1903). Woordkunst van Guido Gezelle door J. Craeynest, overgedrukt uit Biekorf 1903, tk 20-22, is nu merkelijk bijgewerkt en van een bladwijzer voorzien te verkrijgen bij Leo Depoortere's Boekhandel in de Oudenburgstraat, 29, te Brugge, tegen 0 fr. 75. |
|