Biekorf. Jaargang 14
(1903)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMingelmarenDE Duikalmanak van Guido Gezelle zaliger, deze namentlijk van 't jaar Onzes Heeren 1888 (de duikalmanak voor 1887 is niet verschenen), is herdrukt en gangbaar gemaakt voor 't jaar 1904. Rekening werd gehouden met de aanmerkingen voorgesteld in Biekorf, XIV, blz. 111, waar geduid wordt op de bruikbaarste maandnamen. Hij is verkrijgbaar in den Nederlandschen Boekhandel te Antwerpen en te Gent. Hij is ook in boekvorm te verkrijgen. | |
Eerweerde Vader I.C. IserhytIN ‘The Ceylon catholic Messenger, Friday July 3th 1903’ staat er over eenen vlaamschen zendeling, te lezen hetgeen hier vertaald wordt. Zaliger Eerweerde Vader Iserbyt O.M.I., wiens dood wij in ons laatste talmerk aangekondigd hebben, was een der ijverigste geloofsboden die ooit den voet op Ceylon gezet hebben. Hij was vol zelfsverloochening, en zijn werk wierd met den besten uitslag gezegend. Alhoewel nog betrekkelijk jong in jaren, liet hij eene heele reeks van verdienstelijke en edele werken na, die hij met standvastige nauwgezetheid wist uit te voeren ondanks eene afmattende luchtgesteltenis en eene kranke gezondheid. | |
[pagina 351]
| |
Hetzij hij zwoegde in de verafgelegen dorpen van het Noorden; hetzij hij zijn zendelingswerk volbracht in de domkerk der hoofdstad, of in de vermoeiende zending van Pettah, Vader Iserbyt, was altijd dezelfde, voorkomend, verduldig, blijmoedig, begaafd met eene aantrekkelijke frischheid en eenvoudigheid in gansch zijnen handel en wandel. Eerweerde Vader Iserbyt wierd den 18den in Grasmaand 1851 geboren te LendeledeGa naar voetnoot(1) bij Kortrijk, in 't bisdom Brugge, in Belgenland. Van 't jaar 1870 tot 74 was hij in de zendelingsschool te Avignon aan de zorgen der Eerw. Vaders Jesuieten toevertrouwd. Hij deed aldaar zijne latijnsche leergangen uit, en trad het jaar 1874, in het nieuwelingshuis van de Oblaten van Maria Onbevlekt te L'Osier binnen. Na zijn proefjaar geëindigd te hebben, ging hij de wijsbegeerte en de godgeleerdheid aanleeren naar Autun alwaar hij zijne geloften uitsprak den 10n in Zaaimaand 1876. Vóór het voltrekken van zijne leergangen in godgeleerdheid, ontving hij zijne benoeming tot het vicariaat van Jaftna alwaar hij in Slachtmaand 1879 aanlandde, om er den 18den in Wintermaand 1880 tot de priesterlijke weerdigheid verheven te worden.... Hij overleed in 't aartsbisschoppelijk paleis, Borello, in Zomermaand 1903. ...Dinsdag (den 30sten in Zomermaand) na de Misse voor overledenen, in de kapel van het aartsbisdom, bleven de overblijfselen van den diepbetreurden Vader uitgesteld tot 4 uur namiddag. Den geheelen dag kwamen talrijke geloovigen, bij het lijk tot lavenis der ziel bidden. De begravingsdienst begon om 4 uur en half; en wierd vereerd door de aanwezigheid van hunne hoogweerdigheden den aartsbisschop, den hulpbisschop Dr Coubert, den Pauzelijken afgezant Zaleski, en van een lange rei vertegenwoordigers van het burgerlijk en geestelijk gezag. De stoffelijke overblijfsels wierden naar hunne laatste ruststeê gedregen, te midden eenen stroom van toegenegen christenen, van treurende zendelingen en vrienden en omgeven van alwie in de stad of de streek in aanzien en achting staat..... De dierbare overblijfselen van onzen moedigen vlaamschen geloofsbode rusten in vrede te midden de volkeren die hij beheerd en bekeerd heeft, ten prijze van zijne gezondheid en leven! Zijne gedachtenis blijve in zegening, in het verre afgelegen Ceylon, zoowel als bij zijne oude vrienden en bloedverwanten van het vlaamsch | |
[pagina 352]
| |
geboorteland, on voor zijne grootmoedige ziel, vragen wij een vurig gebed aan al onze lezers. C.D.L. VIJFTIG Vlaamsche liederen, verzameld door den E.H.P. Morre, leeraar aan de bisschoppelijke Normaalschool te St-Niklaas, eerste reeks. Deze liederen zijn allen deugdelijk, en passen zeer wel voor de schoolkinderen, zoo voor meisjes als voor knechtjes. Velen onder deze liedjes klinken zeer aangenaam: zoo bijv. ‘Jantje met zijn teele melk’ naar G. Gezelle. Eenigen onder hen zijn gekend, maar dienen voortdurend aan de kinders aangeleerd te worden, zooals de Vlaamsche Leeuw, de Kerk, Mijn Vlaandren heb ik hartlijk lief. In notenmuziek kosten ze 1,00 frank; in cijfermuziek 0,60 fr. Ze zijn uitgegeven bij A. Siffer, te Gent. | |
Edmond Fabri: Het Alpenmeer. A. Siffer: GentHET Alpenmeer is een eenvoudig en gemoedelijk verhaal en zekerlijk zal het den gangbaren gedichtenlezer deugd doen eens zijnen geest aan het hoogdravend - meermaals niet toereikbaar - dichtenstelsel onzer dagen te ontrukken om hem wat te laten uitrusten in eene frissche en lavende letterkundige oasis. Wat meest treft in dit verhaal zijn de weelderige, lachende en tevens gepaste kleuren waarmede de dichter de bergstreek van Tyrol met hare gletschers en meeren geschilderd heeft. De handeling daartegen is somwijlen slepend en had in zekere deelen de plaats van de uitgebreide samenspraken der hoofdpersonen kunnen innemen. Zelfs komt zij mij als min natuurlijk te voorschijn in hoofdst. VII ‘Naar Welschland’. Wat er ook van zijn moge, gansch het gedicht wordt in gemakkelijke, vloeiende en beeldrijke verzen verhaald, slechts alhier en aldaar, doch zeldzaam, gespezen en volgezet. Onder de overige gedichten die Edmond Fabri tegelijk met ‘het Alpenmeer’ den lezer vóórstelt, lazen we verscheidene levendige vaderlandsche gezangen, eenige liefelijke, niet altijd even kunstrijke dichtverhalen, vertalingen uit vreemde dichters en ook een toeveel minneliederen. De hoofdhoedanigheden dezer laatsten, zoo ik mij niet en vergisse, zouden wel in eene zoo zeere bezochte kunstbaan, - eigenaardigheid en ook oprechte gevoeligheid kunnen wezen. Welnu, de dichter neemt voor opschrift aan ‘Liefdedroom’ en voor leuze die twee verzekens ‘Wie heeft er niet gemind? - of heeft het niet gemeend!’ en het heeft mij gedocht dat dit laatste met dien droom overeenkomstig, waarheid is. |
|