Biekorf. Jaargang 14
(1903)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 350]
| |
De zonne daagt, en 't is een vuur, een straalgeweld
onzien-, onzeggelijk, een vloed van lavend licht
dat wonne en leven zaait;
De wolken varen weg, het goud verbrokkelt, smelt,
en 't vuur vonkt naar benêen een gouden regen dicht
daar boom en bosch in laait.
't Is dag bedegen, zomerdag; de zonne zoent
en streelt het neerstig volk dat in heur stralenbrand
in de aarde werkt en wroet,
het vee dat rustig graast, het zingend vogelvolk;
en tot de zonne zendt, èn volk èn vee èn land
een blijden wedergroet.
F. De Jonghe |
|