Mingelmare
TE Kortrijk is er een Geschied- en Oudheidkundige Kring gesticht.
“De Kring is gewijd aan de studie der geschied- en oudheidkundige vraagstukken, en bijzonderlijk voor die, welke de stad, het arrondissement of de oude kastelnij van Kortrijk betreffen”.
Grondhertiglijk wenschen we den nieuwen kring een lang en bloeiend leven, want hij zal ongetwijfeld grootelijks dienstig zijn, om de kennis van Vlaanderen's geschiedenis te vervoorderen. Degelijk werk mogen we verwachten van de geleerde leden, die reeds in groot aantal aanveerd werden.
In de eerste aflevering van het bulletijn, te Kortrijk bij E. Beyaert verschenen, hebben we eene wel bewrochte studie over Broeder Cornelis. In zijne bijdrage: “Témoignages inédits sur frère Corneille Adriaensz, de Dordrecht, O.S.F.” brengt E.H.A. De Poorter nieuwe bewijsstukken aan, waaruit blijkt, dat Broeder Cornelis ten onrechte door de vijanden van den Roomschen katholieken godsdienst vervolgd en beschuldigd werd.
In welke taal zullen de besprekingen gehouden en de geschriften uitgegeven worden? Daarover lezen we in de keure van den kring op de eerste bladzijden van het bulletijn: “Volle vrijheid wordt aan de leden gelaten, voor wat het gebruik der Nederlandsche of Fransche taal betreft, zoowel in hunne geschriften als in hunne redevoeringen. Deze laatste worden in de verslagen opgenomen in de taal, waarvan de redenaar zich heeft bediend.
De stukken van den Bestuurraad uitgaande zijn in de twee talen opgesteld”.
Zóó is het zeer wel, maar we eindigen met den wensch, dien Dietsche Warande en Belfort, 1903, no 8, op bl. 214 geuit heeft: Veel voorspoed aan den nieuwen kring! Maar opgelet, a.u.b. dat hij, feitelijk, geen Fransche kring worde’.