Biekorf. Jaargang 14
(1903)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 138]
| |
Nog over LuchtmarenI.VERLEDEN jaarGa naar voetnoot(1), hebben wij getracht zoo eenvoudig mogelijk uiteen te doen, hoe men er toe gekomen was de verbindingsdraden in het Luchtmarentoestel weg te laten; en alzoo over groote afstanden seinen en maren te zenden, zonder eenige verbinding tusschen de plaatsen van uitzenden en ontvangen. Wij beschreven dan alleenlijk de eenvoudigste toestellen daartoe benuttigd, zonder al de kleine wijzigingen aan te duiden, die men er aan gebracht had, om de sterkte der barnkrachtelijke ontladingen te vermeerderen en alzoo over grootere afstanden te semen. De stelsels die in zwang kwamen om de eerste proefnemingen te doen over Luchtmaren, en waren inderdaad zoo eenvoudig niet, als men wel zou kunnen denken na 't lezen onzer bijdrage; maar, daar die bijgevoegde deelen niet noodig waren om het grondstelsel verstaanbaar te maken, lieten wij ze maar liefst van kante. Nu zullen wij een woordje meer zeggen over die belangrijke uitvinding en haren vooruitgang. Komt ge op eene plaats, waar een luchtmaarwerk ingericht is, zooals het voorkomt op de Panne, 't eerste, dat uwe aandacht treft, is wel een lange metalen geleider die verscheidene meters hoog opwaarts loopt en vastligt 'tzij aan een maststelsel, 'tzij aan eenen toren of iets dergelijks. Wat is dat en waartoe moet die mast dienen? Daarvan en spraken wij niet in onze andere bijdrage; nu echter zullen wij het doen om nadere inlichtingen te kunnen geven over den vooruitgang der Luchtmaarwerken. Die geleider of vangstaaf (in 't fransch: Antenne) is bij de toestellen aangebracht om op grooteren afstand de maren te kunnen overbrengen. Immers met het eenvoudig | |
[pagina 139]
| |
stelsel, dat wij in Biekorf, 1902, beschreven hebben, zijn de ontladingen zoo flauw, dat ze reeds op eenen afstand van eenige honderden meters niet meer duidelijk kunnen opgevangen worden. Met zulk eene vangstaaf bij den uitbrenger en ééne bij den opvanger te voegen, is men er in gelukt verschillende kilometers ver de maren geheel duidelijk en klaar op te nemen. Hoe wordt die vangstaaf bij de toestellen gevoegd en hoe werkt zij? Die twee vragen zullen wij zoo klaar mogelijk trachten te beantwoorden. Eerst vragen wij den lezer, dat hij de afbeeldingen voor hem zou liggen hebben die bij ons laatste schrijven gevoegd waren. Hij neme dus de afbeelding 2. Op de plaats waar de uitbrenger staat is de vangstaaf met een der twee koperen bollen b.v. de bol a in verbinding gebracht, en den anderen kant goed van alle betrekking met de aarde afgezonderd; de tweede koperen bol b is integendeel met de aarde verbonden. Insgelijks is bij den opvanger een der stampertjes s met de afgezonderde vangstaaf verbonden, en het ander stampertje met de aarde. De trillende ontladingsvonk ontstaat tusschen de twee bollen a en b. Maar de trillingen, die daar voortgebracht worden, hebben eenen invloed op de geleidende vangstaaf: want de barnkrachtige toestand van deze staaf is op ieder oogenblik dezelfde als deze van den bol waarmede zij verbonden is; en zooals in dien bol barnkrachtelijke trillingen voorkomen gedurende de ontlading, zoo ontstaan er ook zulke schommelingen in de staaf. Deze zetten in den omtrek voort, komen alzoo op de vangstaaf van den opvanger, en van daar op het vijlsel dat tusschen de twee stampertjes ingesloten is, - en dan werkt het stelsel zooals we vroeger gezeid hebben. Het is gemakkelijk te verstaan, dat de trillingen die van die staven uitloopen verder zullen dragen dan deze die van den eenvoudigen uitbrenger uitgaan: want 't is ieder bekend dat men verder ziet van op eenen hoogen | |
[pagina 140]
| |
toren dan van op den grond, en er bestaat toch een zekere overeenstemming tusschen de gezichtskracht en deze van de barnkrachttrillingen, daar ze alle in rechte lijn moeten genomen worden. Maar is het om die reden alleen dat het mogelijk geworden is op grootere afstanden de luchtmaren op te nemen? Antwoorden op zulke vraag is moeilijk; want de deskundigen zelf en weten nog niet al te goed, welke de rol is, die de vangstaven in deze zaak spelen; maar 't is toch waarschijnlijk dat er andere oorzaken in meewerken en zelfs dat deze laatste nog de belangrijkste van al zijn. Om te kunnen op groote afstanden te berichten, is men bovendien nog genoodzaakt in den uitbrenger krachtige ontladingen teweeg te brengen; want de trillingen verflauwen nogal rap. Daarom ook gebruikt men tot het laden van den triller of slingerwerk van Righi de machtige invloedsklossen die tegenwoordig gemaakt worden. Die invloedsklossen of ‘Bobines d'induction’ zijn gemaakt volgens het grondstelsel van Ruhmkorff, dat in alle leerboeken van Lijfschapkunde uiteengedaan wordt, maar zijn veel krachtiger: zoo gebruikt men bij alle toepassingen van Luchtmaarwerk klossen die een sparklengte geven van 40 tot 80 centimeter, zelf tot één meter. Die groote spark wordt nochtans op hare geheele lengte niet gebruikt, maar tusschen de bollen van den triller wordt ze tot op 1 of 2 cm. gebracht, en daardoor zelf is zij veel krachtiger. Ook bij den opvanger heeft men stelsels gevoegd waardoor deze veel gevoeliger wordt en die ten anderen ook hedendaags gebruikt worden in de gevoelige draadmaartoestellen van Morse. Aldus waren de werktuigen vastgesteld bij de eerste beproevingen die door Marconi en andere deskundigen gedaan wierden. Daaraan werden één voor één nog andere bijvoegsels aangebracht, maar die van minder belang zijn, zooals de verschillende stelsels om den barnkrachtstroom te verbreken, en te wisselen, de weerstands- | |
[pagina 141]
| |
klossen, enz. die moesten dienen om met meer gemak te werken of de toestellen nog gevoeliger te maken. De proefnemingen met de Luchtmaarwerken wierden begonnen in 1895 en reeds hebben zij onzeglijken vooruitgang gedaan. Niet alleen Marconi houdt hem thans daarmêe bezig, maar verschillende andere lijfschapkundigen zooals Popoff, Braun, Slaby, Arco en meer nog, en brengen er voortdurend nieuwe verbeteringen aantoe. Men is er nu in geslaagd, berichten over te zenden en duidelijk te ontvangen op een afstand van honderden kilom.; men heeft de voordeelen ervan beproefd voor de kusten, voor de schepen, voor 't oorlogsveld en voor andere toepassingen. Mag ik nu eenige der merkweerdigste proefnemingen vermelden? In 't begin kon men enkel over een vijftigtal kilometers duidelijk de maren opvangen. Hiervan getuigen de proeven door Marconi in 1897 uitgevoerd, eerst in eene vlakte bij Salisbury op eenen afstand van 3 km., later over het kanaal van Bristol op 13 km. en eindelijk tusschen de Italiaansche haven Spezzia en een schip dat 18 km. van daar verwijderd was. Den 28 Maart 1899 gelukte 't den uitvinder over zee te seinen tusschen South-Foreland in Engeland en Mimereux op de Fransche kust, en dat op eenen afstand van 51 km.; in deze proefneming gebruikte men vangstaven ofte ‘Antennes’ van 46 m. hoogte. Het was dan mogelijk van 12 tot 18 woorden per minuut over te zendenGa naar voetnoot(1). Leeraar Braun heeft op de Duitsche kusten in 1898 en 1899 proeven genomen en zond berichten over van Cuxhaven naar een lichtschip dat op 34 km. van daar in zee lag, en later van Cuxhaven naar Heligoland, 65 km. van malkaar verwijderd. Sedert den 15den Mei 1900 werkt het luchtmaarwerk tusschen den vuurtoren op het eiland Barhum en het lichtschip Barhumer Riff dat 38 km. van daar ligt. Deze | |
[pagina 142]
| |
instellingen, volgens het Marconi-stelsel, wierden geplaatst op het verzoek van den noordduitschen Lloyd, en hebben uitmuntende uitslagen geleverd. De vangstaaf op het eiland is opgehangen door eenen mast van 38 m. hoogte, en deze op het schip heeft omtrent 40 m. hoogte; de invloedsklos die gebruikt wordt tot het laden van den triller kan sparken geven van 35 tot 50 cm. lengte. Van Mei tot December 1900 wierden 655 berichten gewisseld tusschen die twee plaatsen. Wat meer is, men heeft aldaar proeven genomen met schepen: zoo heeft men van op 't stoomschip ‘Kaiser Wilhelm’ naar den vuurtoren kunnen seinen over eenen afstand van 74 km., en zelfs nog op 98 km.Ga naar voetnoot(1). Op den Hoek van Holland wierden ook proeven genomen, maar met een gewijzigd stelsel: dit van Popoff-Ducretet, tusschen de kust en het lichtschip Maas op 15 km. afstandGa naar voetnoot(2). Eindelijk moet er nog gezegd worden, dat in 1900 het luchtmaarwerk beproefd wierd tusschen Belgenland en Engeland op een afstand van 120 tot 150 km. De inrichtingen, die daarvoor gemaakt werden, bestaan thans nog en werden als school benuttigd tot het aanleeren der behandelingen van de luchtmaartoestellen. Immers in Essen heeft men die school ingericht: daar zijn de stelsels verbonden met eene dubbele vangstaaf van 55 m. hoogte: de eene van die twee vangstaven dient voor de betrekkingen door luchtmaren met North Foreland dat 60 km. van daar ligt; de tweede voor de betrekkingen met het luchtvaarwerk dat aan de Panne ingericht is en 120 km. van Essen afgelegen isGa naar voetnoot(3). Er wierden nog vele andere proeven gedaan door Marconi, Braun en anderen: op eenige dezer zullen wij later wederkeeren; maar de proeven op grooten afstand | |
[pagina 143]
| |
zijn de eenigste niet: men heeft het luchtmaarwerk ook gebezigd tot 't een of ander bijzonder doel. Zoo, bij voorbeeld, zijn verscheidene schepen voorzien van toestellen; daardoor kunnen ze hunne aankomst in de zeehaven aankondigen als zij nog verre in zee zijn, alsook inlichtingen bekomen over het weder aan 't strand en de toegankelijkheid van de haven. Zoo kunnen de reizigers maren laten geworden naar 't vasteland en van daar bij middel van het gewone draadmaarwerk aan hunne bloedverwanten on kennissen. Ook op oorlogsgebied wierd het benuttigen van deze instellingen beproefd: zoo wierd er in de laatste jaren op de Fransche en ook Duitsche groote krijgsoefeningen met goeden uitslag gebruik gemaakt van luchtmaren, 'tzij door den opperbevelhebber om den gang der manschappen te regelen, 'tzij door anderen om aan den bevelhebber den uitslag der verschillende oefeningen kenbaar te maken.
('t Vervolgt) R. Huysman |
|