Mingelmaren
Langrenus
MICHIEL Floris van Langren, ster- en rekenkundige aan 't hof van Albrecht, onzen aartshertog, en later van Filip den IVden, Spanje's koning, te Antwerpen (naar sommiger meening) geboren, stierf te Brussel het jaar 1675.
Naar een levensbericht in de ‘Bulletins de l' Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique.’ Tome XIX, IIIe partie, 1852, p. 411, - ‘il écrivait de préférence en langue flamande, dialecte brabançon; il écrivait aussi, et très-correctement, dans les langues française, espagnole et latine.’
Over dezen Vlaamschen geleerde verscheen in 1901 in de ‘Bibliotheca mathematica. Zeitschrift für Geschifte der Mathematischen Wissenschaften’ eene bijdrage van Wislicenus: Uber die Mondkarten des Langrenus en in de ‘Revue des Questions Scientifiques’ - 3me série, Tome III, 20 Janvier 1903, blz. 335, lezen we daarover eene doordachte beoordeeling geschreven door Pater H. Bosmans, van 't Gezelschap van Jezus.
Te gelijk vergast ons de Eerweerde Schrijver op: ‘Deux documents sur la profession de géomètre-arpenteur dans les Pays-Bas au XVIIe siècle.’ De eerste oorkonde is een eigenhandig geschrift van Van Langren.
UIT de Gazette van Brugge, 14-1-1903: ‘Niets is zoo aangenaam onder de baan als land en lieden op te merken, en daar is zooveel schoons, zooveel merkweerdigs in ons eigenaardig West-Vlaanderen waar te nemen.
Neemt de menschen, bij voorbeeld. De eenen hebben een lang en scherp aangezicht, blond haar en blauwe oogen. De anderen hebben een rond wezen. Hun haar is min of meer zwart; hunne oogen zijn grauw of hazelnootkleurig.
Wat beteekent dat onderscheid, dat men gadeslaat?
Hetgeen wij daar beschrijven: die gedaante van het hoofd, die kleur van haar en oogen zijn vaste en blijvende kenmerken van menschenrassen.
Wij besluiten daaruit, dat wij hier in Vlaanderen de vertegenwoordigers van twee rassen voor ons hebben. Alle menschen vertoonen die zuivere en vereenigde kenmerken niet; maar in Vlaanderen komt men toch vele zuivere typen van de twee rassen tegen.
Het blond ras is het Noordsch ras. Wij meenden vroeger, dat dit het Germaansch ras was. Wij verkeerden in dwaling; de Germanen zijn gemengd; men heeft blonde en bruine Germanen.
Het tweede ras is het Alpisch ras, dat van de Alpen is uitgezwarmd en bij dit hooggebergte zijn middenpunt heeft.
Er bestaat nog een derde ras in Europa, dat bij ons niet te zien is. Het woont bij de Middellandsche zee, waar de menschen een lang