Biekorf. Jaargang 14(1903)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Onwelgevoelen IS 't dáár nu wat men weemoed noemt, is 't dáár? Wat gansch den dag mij doemt om, duister, met de borst gelaân, alleenig, mijnen gang te gaan? 'k Ben kwaad gezind noch goed, 't en is mij leed gebeurd noch droefenis, noch moeten mij de liên vertroosting komen biên. Maar, buiten is 't geluchte grauw, 't genieten van het hemelsblauw mij stelend, en 't is derf alom en doodsch al wat ik tegenkom; en binnen is 't mismoedig zijn om 't derven van dien zonneschijn dien welgekomen logen die lacht door vriendenoogen; om 't derven van het zalvend woord dat, onbegeerd, de ruste stoort en komt het vreemd genot om woelen van 't onbestemde onwelgevoelen. Kortrijk, 29/1/03. Caes. Gezelle Vorige Volgende