| |
| |
| |
Jubeldicht
Aan den Z.E.H. Kanonik Arents de Beerteghem op zijn vijf-en-twintigste verjaren als Bestierder en Beschermer van de Apostelijke Zondagscholen te Brugge, 1885.
WANNEER het lichaam rust geniet
de geest dan over 't stof gebiedt,
en kan de vlerken strekken
tot verre boven 't dagelijsch doen
der menschen, die, om 't lijf te voên,
hun schamel brood berekken.
De zondagruste is Gods gebod,
van als Hij 't nederig menschenlot
ontwierp en schiep op de aarde;
van als Hij echt en huisgezin,
oorije en stam tot volkeren, in
zijn goedheid, samenpaarde.
De zondagruste, o heilzaam iet,
voor die wat el in 't leven ziet
voor die, geschapen, 's Scheppers eer
niet achtloos en met avekeer
zijn hert voorbij laat schieten.
Het hert wilt opwaards, weêr daarheen,
te Hemwaard, die het schiep voorheên,
ten Geest, die, onbedwingbaar,
't heelal bedwingt, 't heelal beroert,
't heelal tot zijn bestemming voert,
langs paden ondoordringbaar.
Heb dank, die ze ons gegeven hebt
die rust, die ons den geest herschept,
en doet uw beeld gelijken,
eeniederen keer dat van uw Woord
een vonksken, in ons hert geboord,
komt onze ziel verrijken.
| |
| |
Verstonden ze al zoo gij verstaat,
Eerweerde, in woord, in werk, in daad,
vol deugden en vol dagen;
die jaren reeds dat rustend werk,
Gods leeringe in Gods heilige kerk
Docete! daar is 't groot gebod,
dat, uitgegaan vooreerst van God,
de school kwam in te stellen,
dien zondag, als het Cinxenvier
Gods lof, in talen allertier,
de Apostels deed vertellen.
Eerweerde Priester, duidlijk is
die eerste school de beeldtenis
van 't geen, gespaard tot heden,
in 't nederig volk dat licht bewaart,
dat uit den Hemel brandde op de aard,
in 't kerkelijk oud verleden.
Nog huiden zijn daar vrome liên,
die op naar uwe exempe!s zien,
en 't woord des Heeren vatten,
het woord dat zegt: De wetendheid
des Heeren, in de schaal geleid,
weegt meer als alle schatten.
Zij steunen op uw' stevigheid,
en 't woord, door U hun voorbereid,
verkonden zij den lammeren
van Petri schaapstal, onverspoosd:
de wijsheid en den waren troost
in Adams zonde en jammeren.
Sterkmoedig dan ter baan: volherd,
Apostelen, rond ons Vaders hert,
en op ons Vaders schreden;
in liefdebanden meer als een,
en door geen vijand af te schee'n:
sterkmoedig voortgetreden!
| |
| |
De Meester wacht ons allen af
waar geen gevaar, geen dood, geen graf
meer is; waar, zonder palen,
één blijdschap al den tijd en vlijt
die gij voor Hem bestedend zijt
Hoogedele prijs! Hoe groot zal dan
de pracht zijn en de weerde van
de kroon die Gij zult spannen,
Gij, die aan 't hoofd des legers staat
en, strijdend, als geleider gaat
Voorwaar, geen schijn, geen schaduw heeft
de blijdschap die u thans omgeeft,
den tijd van weinige uren,
bij 't geen dat, uwe werken al
verdienden loon betalend, zal
voor eeuwig blijven duren.
Wij wenschen dan, - en make God
onz' woorden waarheid - Ach, blijft, tot
zoo Gij met ons, zoo wij met U,
gezond, en vrij, en blij als nu,
den edelen arbeid dragen!
Guido gezelle
|
|