Mingelmare
Van de Franschen te Nieuwpoort
ONDER die hoofding verscheen er, in Biekorf, 13de jaar, Tk 3, bladz. 40, eene geschiedkundige bijdrage, onderteekend E.V.G. Bij het aandachtig overlezen van dien belangrijken opstel, viel het mij in dat ik onlangs iets dienaangaande vermeld vond. 't Was in een handschrift dat, bij mijne wete, tot heden toe onuitgegeven bleef en, ten jare 1801, door den eerweerden Heer De Sodt, kapellaan van Woesten, opgesteld wierd. Het draagt als opschrift: ‘Kort verhael van het geene voorgevallen is door de invallen der Fransche Troupen in West-Vlaenderen ten tyde der Revolutie.’ Op bladz. 13, voorlaatste van dit merkweerdig handschrift, klein in-folio, staat het volgende te lezen:
‘1794. In de maendt van Julius hebben de Franschen Nieuwpoort belegert met vele destructie al den kant van de Recolletten, ende inde selve maendt verovert: het veroveren van Nieuwpoort hebben sy alle de Fransche uytgeweken, dewelke sy daer gevonden hebben, doodt geschoten ende hun doode lichaemen in de zee laten stroomen.’
Ons dunkens, mag bovenstaande aanteekening, komende van eenen geloofweerdigen schrijver en tijdgenoot, als een stellig bewijsstuk doorgaan dat de meening van den geleerden opsteller E.V.G. alleszins gegrond is, als hij beweert dat het beleg van Nieuwpoort in Juli of Hooimaand door de Franschen begonnen, ook in Hooimaand met de verovering der stad voltrokken en bekroond wierd.
Jammer is 't dat eerweerde Heer De Sodt, zoo duidelijk jaar en maand bepalende, vergat er de dagteekening der overgaaf bij te voegen.
Jammer ook dat, ofschoon er, elders in 't handschrift, meermaals gewag gemaakt wierd van Pichegru, Van Damme en overige Fransche bevelhebbers, hier de naam van den aanvoerder verzwegen bleef.
Edm. De Vos.