Biekorf. Jaargang 13
(1902)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet Woordenboek der Nederlandsche taalIN een opstel Eenige wenken over het Woordenboek der Nederlandsche taal voorgelezen door D. Claes, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, in de maandelijksche zitting van 16 October 1901, Gent, A. Siffer, 1901, heeft D. Claes heel duidelijk en afdoende bewezen dat ‘wil het Woordenboek aan zijne bestemming van Woordenboek der Nederlandsche taal, naar het inzicht van de Vries beantwoorden, het dringend noodzakelijk is: 1o dat onze Zuidnederlandsche Idioticons, vakwoordenboeken en allerhande woordenlijsten met meer belangstelling en waardeering door eene commissie van Zuid-nederlanders onderzocht en vergeleken, en door de Redactie, uit Noord- en Zuidnederlanders samengesteld, benuttigd worden; 2o dat bij de benuttigde woorden en uitdrukkingen uit die werken geput, de bemerkingen: Zuidnederlandsch, alleen in Zuidnederland gebruikelijk en dergelijke beperkende zinsneden achterwege blijven, zooveel te meer, dewijl de voorbeelden uit Noordnederlandsche schrijvers, welke er | |
[pagina 89]
| |
doorgaans bij aangehaald worden, negen maal op tien die bemerkingen ongeldig maken.’ We zijn het heel en al eens met den Heer D. Claes waar hij zegt: ‘Als men akefietje, amok, bans, barling, bastiaan, bat, bedelbier, bedeisteren, bedwemelen..... en honderden andere bij Kiliaen en in Z.-N. onbekende woorden eene plaats waardig acht, waarom dan gansche reeksen woorden, die bij andere, zelfs Hollandsche schrijvers gedurig voorkomen en hier dagelijks gehoord worden, waarom die doodgezwegen? - Laten dus in hetzelfde schrijn de kleinoodiën van het Noorden en van het Zuiden opgenomen worden, en Noord- en Zuidnederlanders vrij over die kleinoodiën beschikken: dat bevordert de afwisseling zonder de eenheid te verbreken.... waarom andere verouderd heeten, als zij in Zuidnederland nog algemeen gebruikt worden, of Zuidnederlandsch, alleen in Z.-N., alleen in Z.-N. gebruikelijk, als om de vreesachtigen er van af te schrikken?’ D. Claes geeft menigvuldige woorden op, die in het woordenboek der Nederlandsche taal ‘verouderd’ heeten, alhoewel ze in Zuidnederland nog algemeen gebruikt worden, o.a..: ‘Ammelaken, “het laken, waarop men de schotels, nappen, stoopen, kannen enz. plaatste.” Dat zegt immers meer dan tafellaken. Bespieder, 2) “heet thans zoo goed als in onbruik,” ofschoon er voorbeelden bij opgegeven worden uit Oudaan, J. David, van Lennep, Conscience, en bij het ww. bespieden, waar het van afgeleid is, van geene veroudering gesproken wordt. Besteken, iemand op zijnen feestdag een geschenk aanbieden, heet “in de zuidelijke gewesten (?) nog thans gewoon,” ofschoon daar voorbeelden bij aangehaald worden uit Cats, Vondel, Westerbaen, De Decker, Moonen enz. enz. Bestellen (het vee), het vee van voeder voorzien, door Kiliaen geboekt en heel Z.-N. door gebruikt, mag geen Nederlandsch heeten! | |
[pagina 90]
| |
Bestierder en bestieren, wisselvormen van bestuurder en besturen, zijn - in Noord-Nederland thans nog alleen in hoogeren stijl in gebruik -, zoodat de groote hoop der Zuidnederlanders, zonder het te weten, in hoogeren stijl spreken! Betalende school wordt gezegd eene navolging te zijn “van fr. école payante... van eene school waar de leerlingen betalen”, en op 't gezag van Dr de Vreese wordt de uitdrukking a's eene Zuidnederlandsche gestempeld en betaalde school voor beter gehouden, alsof alle school niet op de eene of andere wijze betaald werd. Daarmede is het vonnis gestreken; wie zal er tegen in beroep gaan? Ik ben nieuwsgierig te vernemen, welk vonnis de redactie bij onze lezende mis, zingende mis, vallende ziekte e.a. uitwijzen zal. Beweeglijk, “geschikt om iemand te bewegen, te treffen, te roeren... Thans verouderd”. Dat belet niet dat ons volk er eene zekere voorliefde voor gevoelt. Geraadzaam heet “in N.-N. verouderd en door raadzaam vervangen, maar in Vlaamsch-België nog heden in gebruik.” Uit de voorbeelden blijkt, dat de Noordnederl. schrijvers vroeger geraadzaam schreven; bij ons is het nog springlevend; waarom wordt het dan gebrandmerkt? Getweeën, gedrieën, gevieren en alle dergelijke collectieve telwoorden worden één voor één als Zuidnederlandsche gestempeld; gevelen (zij waren gevelen) wordt zelfs niet opgenomen. Bij eenen hoop woorden ontbreekt de eene of andere gangbare beteekenis, als b.v. Bij Aanslaan ontbreekt: in beslag nemen: al zijne goederen werden aangeslagen. Bekoring. “Beproeving, inzonderheid die, waaraan God den mensch onderwerpt; thans verouderd”. Hoe zullen dan de christenen de zesde vraag van het Gebed des Heeren: En leid ons niet in bekoring, moeten inkleeden om modern te zijn? Bezoeking, “4) Bezoek; thans verouderd.” Ja, in de | |
[pagina 91]
| |
burgerlijke orde; neen, in de kerkelijke. De katholieken vieren nog elk jaar den feestdag der Bezoeking van Maria. Biddag, “hetzelfde als Bededag, een dag waarop volgens aanschrijving van het burgerlijk of kerkelijk gezag godsdienstoefeningen worden gehouden, waarin gebeden wordt om een gunstigen afloop van bepaalde omstandigheden.” Dat kan overeenkomstig zijn met den hervormden eeredienst in een protestantsch land. Bij de katholieken is de biddag de dag, welke in iedere parochie jaarlijks toegewijd is aan de aanbidding van het H. Sacrament. Gedachte, - zn. vr. “voorheen ook onzijdig.” De onzijdige vorm gedacht is geheel Z.-N. door de gewone. Waarom wordt die vorm dan uit al de woordenboeken gebannen? Waarom heeten wij particularisten, als wij hem gebruiken?’Ga naar voetnoot(1) D. Claes heeft dus overschot van gelijk, wanneer hij klaagt over de onpartijdigheid en de vertrouwbaarheid van de opstellers van het Woordenboek dat, volgens M. de Vries, ‘bestemd is om volledig, ordelijk en duidelijk al de schatten der moedertaal ten toon te spreiden..., om te getuigen van de eenheid der taal die in beide deelen van het Dietsche vaderland eene zelfde afkomst bewijst, en Vlaamsch en Hollandsch eens vooral moet verbinden tot eene gemeenschappelijke Nederlandsche taal.’ D. |
|