Biekorf. Jaargang 13(1902)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Eerweerde Overste (Zuster Stanislas, St Jansput, Kortrijk) JUBILÉ was rust te zeggen, en den akker vage leggen, voor een jaar, in 't joodsche land...; neen, op U en past, eerweerde Moeder, altijd vruchtbare eerde, 't woord niet wel, na mijn verstand! Vijf en twintig jaar geslegen hebt Gij oest en vrucht gedregen; zoudt gij rusten, en voortaan al uw werk een jaar verlaten, - ons ten schade, wien ten baten? - en ons ledig laten gaan! Neen! De wilde zielenpakker, neen de vijand is te wakker, die bij donker, nachten gaat zaaiende in de versche voren onkruid, om het graan te smoren, dat in ons te groeien staat! Jubilé der joodsche streken, die ons komt van ruste spreken, die onvruchtbaarheid bediedt; U en is 't niet dien wij kunnen onze beste Moeder junnen: zoo en jubileer zij niet! [pagina 46] [p. 46] Maar, na vijf en twintig jaren, hergekroond, met versche blâren, versche blommen, versche kracht, wenschen wij dat z'herbeginne, jong van herte en jong van zinne, al dat God van haar verwacht! Dat zij leve en werke en wake voor de alleen vereischte zake, die den Hemel heeft ten doel; dan zal God, na menig jaren, haar, van liefde en arbeid sparen eenen zachten jubelstoel. Jubilé dan zal het wezen, - hopen wij, nog lang na dezen, - na den rechten zin van 't woord: in eene eindloosheid van rusten, nooit verzaad zijn, altijd lusten, in de blijde Hemelpoort! 13/9/1884 G. Gezelle Vorige Volgende