Na zestien reken:
Gedenk eens, welk een schrik mijn slaprig hart beving!
Mijn haar dat rees te berg, en aan een ieder hing
Een druppel nats; het zweet begon mij uit te breken.
Mijn lijf werd kil als ijs; ik woû en kon niet spreken,
En schoot uit mijnen droom, al bevende en bevreesd,
Greep toe, en zocht vergeefs t' omhelzen haren geest,
Die door mijne armen droop, en wegstoot uit mijn oogen,
En liet me heel verbaasd, en van het spook bedrogen.
Wij deden nog wat verdere opzoekingen over die tooneelstukjes; en inderdaad, wij vonden nog een uittreksel, dezen keer uit Vondels' Jozef in Dothan, 3e bedrijf, 1e tooneel, nog eens met enkel de veranderingen die tot het stuk noodig waren. Vgl. het Brugsche handschrift (Biekorf 1900, tk 15, bl. 266 en 267):
Helaes! wat magh dit zijn? wat magh de helden deeren,
dat sy soo ouerdwers het aensicht elders keêren,
mij aensien met den nek, en stom als beelden staen?
Och! vader, heb ick u met mijne comst misdaen,
of niet gegroet, als t' hoort, ontschuldight mijn gebreken;
verschoont mijn dommigheyt. Hoe crijgh ick hem tot spreken?
gij sucht, en antwoort niet; ben ick hier van de schult?
Bij Vondel, Jozef in Dothan, 3e bedrijf, 1e tooneel:
Helaes! wat mag dit zijn? Wat mag de helden deeren,
Dat zij dus overdwers het aanzicht elders keeren?
Mij aanzien met den nek, en stom als beelden staan?
Och, broeders! heb ik u met mijne komst misdaan,
Of niet gegroet als 't hoort? Ontschuldigt mijn gebreken,
Versçhoont mijn dommigheid! - Hoe krijg ik hen aan 't spreken.
Ik ben geen antwoord waard; helaas! het is mijn schuld!
Zijn er nog andere uittreksels? Wij en hebben het niet kunnen te wete komen. Misschien zal hoogleeraar L. Scharpé, die al het bewaarde der stukken heeft, het kunnen nagaan. Dit en ware niet zonder belang.
Dit stuk van Jephtias dus, zoo niet de andere, bevat uittreksels uit andere dichters. De schrijver ervan heeft dus alleenlijk een tooneelstuk willen opmaken, niet tot eigen roem, maar ten schoonsten mogelijk, zoodanig dat hij er geen bezwaar in vond om eenige reken uit andermans werk over te nemen. Daarom ook werd dit stuk niet uitgegeven, maar bleef het in handschrift.
B.