een groot deel toe geholpen om hem naar 't Zuiden te krijgen. En ze'n groeide niet weinig aan, toen hij nu die tale kwam te hooren spreken; zooveel te meer daar het hem begon in te vallen dat het nu zijn plicht was, de Koransche dwaalleer in 't Araabsch te weêrleggen. Zielen zou hij winnen. God echter beschikte 't anders. Wel ging Cleynaerts het aan om zijnen droom uit te werken, wel toog hij zelfs naar Fez in Afrika om beter daarin te slagen ... Sommig volk wrocht hem tegen; de vermoeienisse overmande hem; en hij zeilde terug naar Granada in Spanjen. Daar ging hij wat gaan uitrusten; en dan herbeginnen, ... of liever dan zijn hoofd neerleggen en begraven worden verre van het geliefde Land dat hem gebaard en gevoed, en zoo stevig geaard had.
De man was tot heden enkel van eenigen bekend gebleven. Nog en was 't maar half; meest uit de boekwerken die hij achtergelaten had. Dit mocht jammer heeten. Daarom stelde de Koninklijke Vroedschap van Belgenland voor, dezen te beloonen die het leven van dien verdienstelijken Vlaming beter zou doen kennen. En alzoo kwam uit van: Vîctor Chauvin et Alph. Roersch, Étude sur la vie et les travaux de Nicolas Clénard (Brux. Hayez, 1900, in-8o de 203 pp.); een werk dat de belooninge won, en waar men inderdaad veel goeds van zegt. (Vgl. Arch. Belges. 1901, bd. III, bl. 95-97).
‘MERCI’ zeggen ze nu als ze iets krijgen; of beter ‘Danke u’ want ‘Merci’ is opgehangen. En grootmoeder leerde 't nog beter: ‘kind, als ge een oordje krijgt, zegt: “God loone 't” dat 's vijf grooten in den Hemel.’
EEN kort gebed is gauw gereed,
't Is in den Hemel eer dat 't de duivel weet.
Die de menschen gelooft en God afgaat
Zal zeven jaar voor d' Helle staan.
Een knecht tusschen veel meisens is een grave,
Een meisen tusschen veel knechten is een slave.