Biekorf. Jaargang 12
(1901)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
der boomen al ontblaard;
geleekt al langs hun' lenden loopt
een doomend lauwe vocht,
langs spille en stam en wortels tot
in 't rotten van de blaên.
In zimperzompe en kwelm
de zatgezopen bodem ligt,
de wakke lucht versmoort
al wat geruchte is en 't en klinkt
maar half zijn' klank, 't en gaat
maar half genoeg zijn' verte meer.
Het tikketakt alom
in putten en in plasschen van
het dreupelende nat.
C. Gezelle |
|