Biekorf. Jaargang 12(1901)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Nog vlaamsche woorden en spreuken De benedictie over 't ges, laat ons eten dat er es. Hadde het kwalijk gewild (gelukt), dit of dat ongeluk gebeurde. Om met iemand te lachen, of te zeggen dat hij dronke is: ‘Hij is gekleed.’ Met een dubbel krijt schrijven = te vele rekenen. Als ze al op den zelfden hond bassen, hij maakt hem kwaad. Iemand aanklagen voor een stof en een hair (voor nen niet). Als men iemand ontvangt, en dat hij zegt dat het eten niet goed en is, men antwoordt: ‘En is 't niet wel, g' en moet maar uw geld wedergeven.’ 't Is heet dat de kraaien gapen. Den oogst geschoren, de winter geboren. Zijn mond maakt zijn' voeten beschaamd (eer kunnen spreken als gaan). 't En is gee' weêre. - 't En is maar tot Emelghem dat het gee' weêre en is. (Gezeid omdat de Pastor eens zei dat de processie niet en mocht uitgaan, daar het gee' weêre en was). Die schale en is niet weerd. (Er 'n wordt niet in geleid). ‘Foten en is 't niet, hij verdrinkt al wat geld is.’ (Als men wilt zeggen dat iemand dronke is, terwijl hij er bij is). Men zegt dikwijls alleen- lijk; ‘Foten en is 't niet.’ Een koolge = een knorre aan ne stok. 't Is een knorre = ne korten dikzak. De ure is voor de zotten gemaakt = de zotten alleene zijn op ure gesteld. Den dien heeft veel boekeverstand, maar letter ondervindinge. 't Is ne Jan = nen dommerik. Welk een is dat? Bah! hij heeft zijn' klakke op zij; ofwel: Bah! hij draagt een kort kielje, ('t en is geene goên). 't Zijn altijd nieuwe maren dat den dien weet - 't zijn al leugens dat hij vertelt. Gij zijt te schalk bachten uwe ooren = gij zijt te slim, gij zoudt mij willen bedriegen. 't Is een van achter den vieren (dommerik). Hij is van alle markten thuis gekomen. = Hij heeft alle waterkes doorzwommen. = Hij heelt hem altijd kunnen uit den slag trekken. G.V.d.P. Vorige Volgende