Biekorf. Jaargang 11
(1900)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 384]
| |
Jaak Byns, geboortig van Audenaerde en Benedictynermonik der abtdij van Oudenburg, sticht een gasthuis (xenodochium) te Sevilla op 't einde der XVIe eeuw. - (Marchands Flamands en Espagne, blz. 32; Sanderus: Flandria illustrata, I, blz. 319).
***
De beroemde Hendrik-de-Zeeman, door eene verklaring, gedagteekend van Silves, den 9n Maart 1850, geeft aan eenen Jacome van Brugge, het opperbevel (capitania) en 't bestier van 't eiland Terceira voor hem en voor zijne nakomelingen. Hij wierd de eerste als bestierder van dit onlangs ontdekte eiland aangesteld, tot belooning van bewezen diensten en op 't aanbod dat hij deed daar eene volksplanting aan te leggen, waarschijnlijk met medehulp van Vlaamsche landbouwers. (Les Marchands Flamands en Espagne, blz. 36 en 108; ook: Baudet: Beschrijving van de Azorische Eilanden, uit belgisch oogpunt beschouwd. - Antwerpen, Ve Backer 1879, bl. 49).
***
‘Joris Hoefnagel, ervaren vlaamsche teekenaar en lichtschilder (miniaturiste) verbleef omtrent drie jaar in Spanjen, in de tweede helft der XVIe eeuw. Dit bewijzen de gezichten der steden van Andalousia waarmede hij het groot werk verrijkt heeft, dat te Keulen door den Eerw. Kan. Braun uitgegeven wierd onder de benaming van: Civitates orbis terrarum. Hij was naar Sevilla en Cadix gekomen om, bij 't aanlanden der Indische schepen, perels en fijne gesteenten aan te koopen voor de nijverheid van zijnen vader, juwelier te Antwerpen. ‘De gezichten van Sevilla, onder andere, die ik met veel aandachtigheid onderzocht heb, zijn, naar mijne meening, de getrouwste welke ooit, voor de uitvinding der lichtbeeldkunst opgemaakt wierden...... Deze gezichten zijn vier in getal. ‘Het 1ste verbeeldt een algezicht van Sevilla, genomen van op de boorden van den Guadalquivir; ‘het 2de stelt de stad voor, al den oostkant genomen; ‘het 3de geeft een Romeinsch Columbarium weer, ontdekt in eenen hof, toebehoorende aan eenen Vlaamschen koopman, Hendrik Van Belle; ‘het 4de dat nu in de koninklijke boekenzaal te Brussel berust, is een gezicht van Sevilla in 't klein geschilderd.’ (Hoys, Les Marchands Flamands en Espagne, bij Vromant, Brussel, 1887, bl. 31). ‘Hij schilderde ook gezichten van Cadix. Deze die deel maken van bovengemeld werk: Civitates orbis terrarum zijn de volgende: ‘1o Algezicht van Cadix, al 't oosten genomen. ‘2o Gezicht van Cadix al 't westen genomen. ‘3o Gezicht van Cadix al 't zuiden genomen.’ (Hoys. Les Marchands Flamands en Espagne, blz. 48). R.V.L. |
|