Biekorf. Jaargang 11(1900)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 382] [p. 382] Smoor 't IS mij rondomme al volgesmoord, 't is weg, en toegeleid waar dat ik ook mijne oogen wend! Al één smoorwittigheid. Op witten doek gekoolzwart, lijk, nog vijf, zes boomen, daar die staan of er geen éénen meer dan die vijf zesse en waar! Der moet een' rave aan 't roeien zijn in 't smooren mij nabij ze vaart me, 'k hoor heur schreeuwen, waar 'k en wete alwaar, voorbij. Ik hoore, doch en zie niet meer en g'heel de wereld zit in lichten, lichten doek gedaan, gedoken mij, en wit. C. Verbrugghe Vorige Volgende