Biekorf. Jaargang 11(1900)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 280] [p. 280] Rust, lieve knaap RUST, lieve knaap, op moeder haar schoot; daar vindt u geen onheil, daar vindt u geen nood. Sterker als een burgslot bevrijden haar armen, en rijker als een schat komt haar hert u verwarmen. Rust daar, mijn kleine, de smert onbewust; uw leed wordt door moeder intijds afgekust. Ziet door de ramen: daar stapt, vroom en wakker, de hand aan den ploeg, uw vader op d'akker. Daar zwoegen en zweeten, dat d'huid hun verschroeit, uw broeders, de keuken nog nauwlijks ontgroeid. Rust dan, o knaap, want het werken u wacht. Daar neemt men u op, en beziet u, en lacht: Zoo groot groeit ons kleine... dan hebben wij d'handen vrij, dan beploegt hij ons landen..... dan reedt hij ons stallen en ziet wat er schort. Rust lieve knaap, want uw rust is zoo kort! Horand Vorige Volgende