Biekorf. Jaargang 11

[p. 209]

[Nummer 12]

Nog de jubelprocessie van 1900.

2^de Groep. De H. Maagd en de H. Josef gaan met het kind Jesus den Tempel van Jerusalem bezoeken; zij zijn gevolgd door eenige heilige vrouwen.

3^de Groep. Jesus onder de wetgeleerden: 1^o Twaalf wetgeleerden omringen het Goddelijk Kind; Jesus aanhoort ze en antwoordt op hunne vragen. Een zeer welgelukt en dieproerend vertoog! 2^o De H. Maagd en de H. Josef zoeken het Kind; 3^o eenige vrouwen zijn in hun gezelschap,

4^de Groep. De zegevierende intrede van Jesus te Jerusalem. Vier thebaansche trompers gaan aan het hoofd van dezen stoet. De Zaligmaker, in eene allerweerdigste houding, zit op eene ezelin; Hij is omringd door zijne Apostelen, en vier kinders strooien bloemen op zijnen doortocht. Vóór en na Hem wordt het volk van Jerusalem verbeeld door 35 mannen en 36 vrouwen, die groene palmtakken in hunne handen zwaaien en het Hosanna zingen;

[p. 210]

dat is een bijzondere zang die M. Aug. Reyns, de kapelmeester van Sint-Salvators, voor deze omstandigheid geschreven heeft. Wij hebben het reeds gezeid: dit vertoog is overprachtig!

5^de Groep. De gevangneming van Jesus in den Olijfhof: 1^o De Honderdman met tien soldaten; 2^o Eenige Phariseeërs en dienaars van het Sanhedrin komen Jesus aanhouden; 3^o Een Engel houdt het opschrift Ecce homo, voor het gebeeldhouwd afbeeldsel van Christus (door Michiel Dhont). Zes dragers. Zestien meisjes hebben in hare handen de doornen Kroon en de werktuigen der geeseling.

6^de Groep. De Kruisdraging: 1^o De romeinsche Honderdman te peerde; 2^o 12 soldaten; 3^o Knechten met ladders en met de werktuigen der kruising, 4^o Jesus draagt zijn kruis en wordt door Simon van Cyrenen geholpen; 5^o Schriftgeleerden en Phariseeërs; 6^o De H. Maagd, Sint Jan en de HH. Vrouwen; 8^o Veronica met haren linnen doek; eenige vrouwen van Jerusalem met hare kinders.

7^ste Groep: 1^o De Calvarieberg verbeeld op eenen Praalwagen waar het kruis geplant staat. Aan den voet van het kruis O.L.V. van de zeven Weeën, met St. Jan, Maria Magdalena, Josef van Arimathea, Nicodemus en de HH. Vrouwen. De Pieta, gebeeldhouwd door Goossens, maakt grooten indruk. 2^o Vrouwengroep van 32 personen in rouwkleederen; zij zingen het Stabat Mater, getoonzet door zaliger den E.H. Pieter Busschaert, professor in 's heiligen Lodewijk's Collegie ter stede, 3^o Het Heilig Graf, uit de kerk van Jerusalem, die te Brugge gesticht wierd door Pieter en Jacob Adornes, na hunne terugkomst uit het heilig land, in het begin der XV^ste eeuw; 12 dragers, in kolders, met de wapens der Adornes; rond het H. Graf, prachtlanteerns.

Eindelijk komt de kostbare Relikwie van het H. Bloed; zij wordt wederom, gelijk in de oude tijden, onder een rood satijnen verhemelte gedragen; zij is omringd door de leden van het edel Broederschap, die insgelijks tot de oude overleveringen zijn teruggekeerd en eene rijke

[p. 211]

kleedij aan hebben, in den zin van deze hunner voorzaten in het jaar 1504.

Wij hebben reeds de namen gegeven der 11 kerkvoogden die op 7^den Mei en der 2 Bisschoppen die den 13^den Mei de processie vergezelden. Het Magistraat van Brugge was ook op de eereplaats, en de processie wierd door lanciers van het garnizoen gesloten.

Ziedaar de nauwkeurige beschrijving van dezen heugelijken stoet die, wij herhalen het, als de prachtigste en de meest beteekenisvolle mag aanzien worden onder al dezen die ooit ter eere van het H. Bloed des Zaligmakers te Brugge zijn te zien geweest. God geve dat de oude Hoofdstad van Vlaanderen, door hare H. Relikwie beschermd, altijd aan den katholieken Godsdienst getrouw blijve!

H. Rommel