Biekorf. Jaargang 11
(1900)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
MingelmarenWELKE brandende christene liefde, welke innige vaderlandsche overtuiging, straalt er uit iedere der 325 bladzijden, van het nieuw boekwerk, dat Kanunnik J. Muyldermans onlangsleden in druk gaf. Al wie het lastig maar verdienstvol werk van onderwijs en opvoeding, in den echt christenen en katholieken zin wilt verrichten, zal bij het overwegen van deze bladzijden, die liefde en die overtuiging dieper en dieper in zijn hert voelen nederdalen. Geene vreemde nieuwigheden, geene gevoelige godsdienstigheid, maar Vlaamsche christenzin en vrome godvruchtigheid, nevens gemoedelijke wenken en wijze raadgevingen, waaien u gestadig tegen onder het lezen. Hoe zaligend en zalvend, hoe troostend en opbeurend, zullen de verkwikkende druppels van zijnen versterkenden balsem, nederdauwen, op het vermoeide hert van den onderwijzer, die zoo dikwijls in zijne edele taak miskend wordt. Hoe zullen zij hem den blik naar boven doen slaan, hem moed geven onder den last van het werk, betrouwen voor de duistere toekomst, en hope voor zijne zaligheid en voor deze van zijne dierbare kinderkens; immers ‘de verhevenste taak en edelste zending is deze van eenen mensch, die de waarheid aan zijne gelijken uitdeelt, en door de opvoeding hen dichter bij God brengt.’ De schrijver die sinds jaren en jaren aan de opvoeding der jonkheid werkzaam is, heeft zijne ambtgenooten de vrucht van zijne lange ondervinding willen mededeelen, in sprokkelingen op het gebied van onderwijs en opvoedingGa naar voetnoot(1). ‘Sprokkelingen, rechts en links opgeraapt en tot een busselken samengebonden.... droog hout zoo gij wilt; maar steekt het in brand met het heilig vuur uwer liefde, voor het tijdelijk en eeuwig welzijn der kinderen, en wie weet wat al schadelijk onkruid, wat al distels en doornen gij er meê zult te niet helpen! Droog hout.... Maar de Heer die regen en zegen geeft, roept het leven uit de dood op.’ Zoo spreekt | |
[pagina 47]
| |
de opsteller in zijn voorwoord, en voor wie de volgende hoofdingen van zijn werk gadeslaat, zal het duidelijk blijken dat hij zijnen wensch zal zien bewaarheid worden: Jesus-Christus voorbeeld der onderwijzers. Zalige eendracht. Het Christus- en Mariabeeld in de school. Door welke middelen zal de onderwijzer de lessen van godsdienst trachten practisch te maken? Hoe met de kleinen omgegaan als zij eerst ter school komen.... Gevaren! - Aanmoedigend woord. Waarom geen eerbied meer voor den onderwijzer? Jonge onderwijzers. - Gezongen!... De eerste communie beschouwd als een middel van godsdienstige en zedelijke opvoeding. Over 't vieren van Allerzielendag,... Kerstmis, enz. Over volkstaal. Het socialisme in het volksonderwijs. Vlaamsche beweging en vaderlandsch leven. Enz., enz... Om te eindigen geeft de opsteller hetgeen hij noemt stroopijlen; dat zijn eenige losse gedachten die wel te stade komen, in zake van opvoeding. Tot staalken schrijf ik hier af hetgeen onder talmerk 11 gedrukt staat, om alzoo onze lezers te laten oordeelen over den schrijftrant van den boek en hen tevens een goed gedacht mede te deelen van groote verdienste. ‘...Vaderlandsch! Dit dienden wij zelfs in het onderwijs van godsdienst en zedenleer te zijn. 't En is immers zonder reden niet dat de catechismus aanraadt die Heiligen voornamelijk te eeren en te aanroepen ‘die Heiligen die in ons land het Evangelie hebben verkondigd of daar geleefd hebben. In verband hiermede schreef ik vroegertijds in de School- en Letterbode: Dikwijls heb ik betreurd, dat onze katholieke bevolking niet beter is ingewijd in het uitwendig leven der kerk, niet beter lezen noch begrijpen kan wat haar in onzen eeredienst, in onze bidplaatsen omgeeft, en dat nochtans uitermate wel geschikt is, om ons hert van het zichtbare tot het onzichtbare tot God te verheffen. - Daar zijn b.v. de Heiligen die in ons vaderland geboren zijn, er geleefd of daar gepredikt hebben. Hun toch is het veelal na God te danken, dat wij de weldaden der beschaving genieten. Hoe vonden zij ons vaderland gesteld, toen zij, met het kruis der verlossing in de hand, alhier verschenen? Hebben zij de ruwe herten niet hervormd, en de naakte velden met hun zweet, en laat er mij bijvoegen, met hun bloed niet bevrucht? Waar anderen hunnen naam met het zweerd in het geschiedenisboek neerschreven, drukten zij op het blad met bloed en tranen nog doortrokken Pax vobis! Vrede zij met Ulieden, en waar zij stonden en gingen, wierd het woord des Heeren verwezentlijkt: Hij die in mij gelooft, zal de werken verrichten die ik verricht, en zelfs grootere nog. En nu het zweerd van den oorlogsheld naast eene handvol kille asch in het graf verroest ligt, nu waken nog die Heiligen uit den Hemel over vaderland en volk, en de kerken te hunner eer opgerezen, bewijzen de mildheid hunner bescherming en de dankbaarheid onzer voorouders. | |
[pagina 48]
| |
IJvert ons godsdienstig onderwijs wel genoeg, om de Heiligen van ons vaderland te doen kennen, eeren en beminnen? Worden hunne voorbeelden en weldaden den schoolknapen naar behooren herinnerd? Ik durf het betwijfelen! Onze eeuw is al te koortsig, om duurzaam geheugen van vroegere tijden te bewaren. - Weerde ambtgenooten, helpt herstellen en bevorderen wat vaderlandsche plicht en eer voorschrijven: den eeredienst onzer Heiligen, onzer weldoeners. Geve God dat nimmer over ons volk worde uitgeroepen: ‘Arm land dat alle besef van erkentenis verloren heeft!’ Mochte deze bladzijde ook in aanmerking genomen worden door alle geestelijken, in al hunne sermoenen en aanspraken tot ons christen vlaamsche volk. Hoe dikwijls en hooren wij eerweerde vaders en geestelijken niet allerhande gebeurtenissen uit vreemde landen aanhalen, alsook geschiedenissen en voorbeelden van Heiligen die aan andere volkeren toebehooren, terwijl zij nooit een woord en reppen over onze christelijke voorouders en onze heilige landzaten. Het gebrek dat zij in hun onderwijs geleden hebben, zouden zij moeten verbeteren door het lezen van boeken, als: ‘Belgie en zijne Heiligen’ door Eerw. Vader Hillegeer, of van zoovele andere levens van Vlaamsche Heiligen die te allen kante uitgegeven worden. Waarlijk het vaderlandsch en godsdienstig gevoel en diende niet gescheiden te worden, zelfs niet in de Kerk. Een wensch om te sluiten. Mochten alle christene onderwijzers, alle jongelingen die hun tot dit ambt bereiden, alle geestelijken, en vele ouders dit werk met gezeten hoofde lezen en overwegen; mochten zij de wijze lessen volgen die daar gegeven worden, om met de vereende krachten, en de samenwerkende pogingen, van alle rechtmatig gezag van het onwetende en soms ondeugende kind, eenen treffelijken burger voor de samenleving en eenen heiligen in den hemel te maken! C.D.L. Op het deksel van eenen inktepot: Erst Besinnen.
Dann Beginnen.
*** Op gleiersche tegels: Het land te bouwen is mijn lust
Mijn hert en sinnen sijn belust
Te woonen bij het woelend vee,
Gelijk als vader Jacob dee.
*** Op een bord van blauw Delftsch aardewerk: op de voorzijde: ‘Ziet wat hier agteren staat’
op de andere: ‘Bit eer gij aan 't eeten gaat.’
|
|