Biekorf. Jaargang 9(1898)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 376] [p. 376] Slaaplied WAAIT mij nu zoetjes, o zuchtende wind; wiegt mij en douwt mij dat zuilende kind; speelt om zijn wichtelijk aanzichtje en laat Jesuken rusten: het slapen nu gaat. Palmen, die roerende en wagende zijt, stilt om mijn kindeke uw takken nen tijd; engelkes, zoetjes, ach, Jesuken wilt slapen: uw' tonge en uw' harpe nu stilt. Vogelkes zwijgt, die daar huppelt en springt; dauwdruppels, zoetjes, en belt noch en klinkt; zonne, uwe machtige stralen verfrischt: 't kindeken Jesus... in slape.... nu is 't! Kerstdag 1898. Guido Gezelle. Vorige Volgende