Beeksala
't KOMT ons een gedicht van Guido Gezelle te binnen uit den Tijdkrans:
met, om u dienst te doene,
't is 't beste groen, gelooft mij, dat,
van al dat groene is: koopt mij wat
Die beeksala is de welbekende waterkerse.
Franck, in zijnen Dietschen uitlegboek, geeft na Kluge al de Germaansche gedaanten van dit woord, vermoedt dat het met het Oudhoogduitsch chresan, kruipen, verwant is om de kruipende en vernestelde stengels van dit watergewas af te schilderen en dat ook de Romaansche naamgedaanten van onzen Germaanschen stam krasjôn mogen afgeleid worden.
De Franschen en bekennen dat niet geerne en Brachet zegt dat cresson van een ingebeeld woord crescio-crescionem komt, van 't werkwoord crescere, groeien.
Geen wonder en is 't dat sommige vloednamen van die beeksala voortkomen.
Bij onze Frankische stambroeders in Hessenland vinden wij, niet ver van Salmünster, Kressenbach en in de omstreken van Grebenstein, Kressenbrunnen.
Förstemann en weet er geenen weg meê, maar is er iets eenvoudiger als met Arnold - Ansiedelungen und Wanderungen Deutscher Stämme - die beek- en oordnamen met den name der waterkersse uit te leggen?
***
Wij vinden onze meeste voldoening in Biekorf, als hij vragen opent.
Hoe tintelend van belang en is dat oud Middeldietsch woord Kerslistoch niet!