Varsenaere
FORSTEMANN, in zijn Altdeutsches Namenbuch, en weet geenen weg met den oordnaam Brunadra uit de elfde eeuw, dat woord staat echter bij ons als bronader in de woordenboeken bekend.
Wij en vinden geene andere oordnamen die met ader samengesteld zijn als onzen dorpsnaam Varsenaere, dien wij als verschen ader, bronader van zoet water veroorkonden.
***
Die naamreden is mogelijk.
Ader is aer in 't Middendietsch en mannelijk bij ons; Varsenaere staat als oordnaam in den derden naamval.
Versch van 't water gezeid heeft zoet, drinkbaar water te bedieden.
Als oude gedaanten van den naam komen wij de volgende tegen:
Virsnere bij Desmet; waar hij ze haalt, weten wij niet.
Versnara (1119) en Varssenaere (1207) bij Chotin.
In het Cartularium monasterii de Dunis, door de maatschappij l'Emulation uitgegeven, I bl. 611, vinden wij Versenare; in zijn laatsten wil geeft de Brugsche kruisvaarder, Flijp Warregaren, 20 solidos aan den disch van Versenare.
Ch valt dikwijls weg in 't Middendietsch; menigvuldige woorden met s voor sch bewijzen 't ten overvloede, bij Van Helten.
Versch luidt nu nog varsch te Brugge en in de omstreken.
't Woord luidt fersch, farsch in 't Friesch; in de streek, waar er friesche oorijzertjes gedregen worden zal men ook wel friesche klanken vernemen.
In taalwetenschappelijk opzicht en kan onze uitleg geene de minste moeilijkheid verwekken.
***
Die naamreden wordt bevestigd, hoogst waarschijnlijk om niet te zeggen zeker, door den aard van den bodem te Varsenaere.