Biekorf. Jaargang 9

Tusschen Caen en Bayeux

GREGORIUS van Tours spreekt van Sassen die omtrent het jaar 420 op de noordwestelijke kusten van Vrankrijk aangeland en gevestigd waren.

't Schijnt dat ze daar reeds vroeger toegekomen waren; Zosimus gewaagt er ook van en wij mogen vermoeden

[p. 229]

dat van in die tijden reeds, deze kusten litus saxonicum genoemd wierden.

Langen tijd bleven die Sassen daar meester; rondom Bayeux droegen ze den naam van Saxones Bojocassini en 't is ook geweten dat ze verschillende eilanden langs de Loire tusschen Saumur en Angers bezet hadden.

Tijdens zijne veroveringstochten in Galliën verdreef ze Chlodwig uit hunne zaten op de boorden van de Loire; in de streek van Bayeux bewaarden deze Germanen hun nieuw vaderland; de kusten van de zee konnen ze gemakkelijk verdedigen omdat de Franken over geene zeemacht en beschikten; later worden ze daar nog aangetroffen: eene wet van Karel den Kale spreekt van vier boden, missi dominici die Otlinga Saxonia in dit gewest moeten bezoeken.

_**_*

Een aantal normandische oordnamen van germaanschen oorsprong wierden vroeger in Biekorf VI, 313, aangestipt.

E.H. Dassonville vermoedt met reden, in Biekorf VI, 325. dat er eenige van die namen van zuiver vlaamschen aard zijn en hunnen oorsprong aan vlaamsche uitwijkelingen van de middeleeuwen kunnen te danken hebben.

Andere germaansche namen, 't is algemeen bekend, komen van de Noordmannen die Normandiën veroverd en bevolkt hebben.

't En kan echter niet geloochend worden dat er daar ook eenige eigennamen van de Sassen bewaard zijn gebleven; 't liggen daar immers nog sassensche dorpen en aangezien zij eenen germaanschen name dragen, mogen wij vermoeden dat de namen van de sassensche stichters voortkomen.

Zoo hebben wij namentlijk Ouistreham, Westerham en Hermanville, de villa, het woonoord van Herman.

_**_*

Hoe weten wij dat er daar sassensche dorpen liggen?

Onze dorpen zijn ook germaansch; wij weten 't omdat hunne naam dikwijls hunne stichting en hunnen aard te kennen geeft; hun aanleg getuigt het niet.

[p. 230]

De Vlamingen wonen, lijk de oude Kelten, afgescheiden van elkander, hier en daar op hunne hofsteden verstrooid.

Een echt germaansch dorp is anders aangeleid; al de hofsteden staan in nen hoop verzameld; al de boeren hebben hunne hofstede rondom de kerke.

't Is wonder om nagaan in Normandiën op de landteekeninge van den legerstaf.

De geschiedenis getuigt dat er Sassen woonden rondom Bayeux; 't uitzicht van de streek en kan 't niet loochenen; 't zijn, zooals men zegt, geslotene, echt germaansche dorpen; al den anderen kant van Caen, op den rechteroever der Orne, waar de geschiedenis ons geene Sassen en vertoont, liggen de hofsteden verstrooid, zooals hier te lande, volgens oude keltische geplogentheid.

J. De Bie