Mingelmare
HET Westland in den franschen tijd is een boekwerk door Lodewijk Allaeys, te Yper, bij Callewaert-De Meulenaere uitgegeven.
Het zal nu honderd jaar geleden zijn, dat de vlaamsche boeren voor hunnen autaar en hunnen heerd streden en sneuvelden; na lange jaren onverschilligheid, zoeken nu de dankbare nazaten het spoor hunner heldendaden op en brandmerken meteen de gruwelen der fransche dwingelanden in onze gewesten. Reeds menige boekwerken zijn, in deze laatste tijden, daarover geschreven geworden.
Mijnheer Lodewijk Allaeys heeft menige handvesten uit het Westland, dat is uit de kasselrijen van Yper en Veurne, onderzocht; handschriften en familieboeken te rade gegaan, en hem door de oude lieden van Westland de droevige gevangenissen der grootouders doen vertellen. Op die wijze heeft hij een werk kunnen maken dat door de Westvlanders met groot genot zal gelezen worden en niet min door de liefhebbers van algemeene geschiedenis als zeer nuttig zal gevonden zijn. Daar er bovendien in 't Westland eene edele bewondering straalt voor onze voorzaten, en een diep medelijden voor hunne ellenden, zoo zal de jeugd zoowel als de gezeten man met genoegen en bate het lijden en strijden dier vlamingen medeleven.
Ten anderen in zulk een werk is veel te leeren. Onze algemeene geschiedenis leert ons wel hoe, met den slag van Jemmapes, Belgenland aan Vrankrijk viel, hoe te Neerwinden het vaderland nog eens wierd vrijgevochten; maar wat zij ons verzwijgt, het zijn die duizenden gevarenissen der winnende en der wijkende legers langs de grenzen, het zorgen en waken van den overwinnaar, het wederom inbreken en het schermutselen van den wraakgierigen verwonnene, en daarbij de jammerlijke verwoesting der gewesten waar de verbrokkelde legers hun laatste bloedspel speelden.
Het werk van Mijnheer Allaeys leidt ons het Westland rond met de keizerlijken en met de franschen, te Veurne, te Iper, te Rousbrugghe, te Stavele, te Crombeke, te Reninghelst, waar weet ik al... Een wanhopige strijd der Stavelsche boeren in 1794, wordt er wijdloopig besproken, en brengt ons de wete, dat niet alleen in 1798 een opstand tegen de fransche dwingelanden is losgebroken, maar dat reeds vier jaar vroeger de vlaamsche boeren de vrijheid trachten te koopen met hun bloed.
Het werk zal veel goed stichten, en 't verdient daarom onder het vlaamsche volk zooveel mogelijk verspreid te worden.