Mingelmaren
MEN weet dat de linkere kant van een schip bakboord, de rechtere kant stierboord genoemd wordt.
De benamingen zijn ook in de andere germaansche talen bekend en waren dus bij al de germaansche zeevaarders, zelfs in den tijd der zeekoningen, in zwang.
't Is niet, zooals Heyne, Kluge en Paul in hunne woordenboeken zeggen, de achterste linkere kant, die bakboord geheeten wordt, maar geheel de linkere kant.
De romaansche volkeren hebben ook, zooals men weet, die benamingen overgenomen en tot heden in hunne talen bewaard.
Tot nog toe kon men die benamingen op voldoende wijze niet uitleggen.
De naamreden staat thans te lezen in de Beiträge zur geschichte der Deutschen sprache und Literatur XXIII, 1, bl. 225.
't Is een oude Sassensche boot bewaard te Kiel van voor 't jaar 400.
Te Christiania is er een wikingschip te zien van voor 't jaar 900.
't Roer is aan den achtersteven niet vast, maar 't hangt aan een leêren ring al den rechteren kant van 't schip.
De stierman moest het met twee handen bewegen en stond dus van zelfs met zijnen rug naar den bakboord, naar den linkeren kant van 't schip gekeerd.
Zoo bewaren woorden de gedachtenis van oude geplogentheden en zoo maken oude dingen de dracht eener zeggenschap aanschouwbaar.
J. Cl.