ten strijde onder 't bevel van Lucius Julius, die in Arcadiën en Achaiën het opperbevel voerde. Binst dien oorlog ontstond er in Roomen een bloedige strijd tusschen Marius en Sylla om het meesterschap: Sylla kreeg de overhand, zoodat al die 't met Marius gehouden hadden uit Roomen wegvluchtten om te ontsnappen aan de wrake van Sylla.
Gneus Octavius, de senator, was een onder dezen. Hij vluchtte naar Arcadiën bij den proconsul Lucius Julius, zijnen neve, waar hij Karel wedervond.
Die proconsul Lucius Julius hadde drie kinders: Julia en Julius, later Julius Caesar, van zijne eerste vrouwe, en Germana van zijne tweede vrouwe, uit Arcadiën.
Gneus Octavius, senator en oud genoeg om Julia's vader te zijn, trouwde na korten tijd met haar. Daar wierd bruiloft gehouden, zoodat het in pracht en duur alle perken en palen te buiten ging. Zoo wordt het ten minsten bij de gelijktijdige schrijvers verteld. Onze held Brabo was er ook genood, en 't schijnt dat hij zoo sterk stond aan tafel als op 't slagveld of in 't strijdperk.
Binst die bruiloftdagen kwam daar de blijde mare dat Sylla gestorven was en dat zij onbeducht naar Roomen mochten wederkeeren. Gneus Octavius, die niets beters en wenschte, verliet Arcadiën, met Julia zijne vrouwe en Julius Caesar haren broeder, en betrok zijn oud hof. Karel kreeg ook eene mare, eene droeve mare: Cloadich, zijn grootvader, was te Roomen overleden. Daarom besloot hij bij Julius Lucius te blijven, zooveel te meer dat hij hope hadde in echt te treden met Germana. Op eenen dag, als hij reeds het vaste ja-woord gekregen hadde van Germana, waagde hij bij den proconsul, haren vader, zijne toestemminge te vragen. Maar 't en was niet gepast, en, bovendien, dat en zou nooit geen waar zijn. Daarop besloten Karel en Germana het vaderlijk huis te ontvluchten, en naar Tongeren te komen, alwaar Karel zijnen vader zou smeeken om vergiffenisse en om verzoeninge. Germana vergaderde in 't geheim al hare juweelen en kostbaarheden, en op nen gewissen morgen waren zij alle twee weg, met eenige trouwe dienaars, en niemand en wiste naar waar.