Dr Seelmann moest nu kunnen uitleggen hoe die Sassen daar in 't walenland verdoold waren.
Onze lezers kunnen het vermoeden.
Wij hebben vroeger gelezen dat Karel-de-Groote, om de Sassen te bedwingen, dit hardnekkig volk naar Vlanderen deed verlanden.
De waarheid echter is dat hij Sassen vestigde in de verschillende frankische streken van zijn keizerrijk en wij mogen gissen dat de machtige keizer de stammen van de leege landen naar de platte dietsche gewesten deed verhuizen, en de sassensche stammen van het Harzgebergte, als bergbewoners, naar de Ardennen heeft overgevoerd.
***
De oordnamenkunde is kostbaar omdat ze ons zoo dikwijls de zate van oude volkeren komt aanwijzen; hier en daar een Sassenheim of een Sassenbroek in de dietsche gewesten vertoont ons sassensche nêerzettingen.
De Ardennen hebben ook de gedachtenis der oude Sassen bewaard.
De Semoy wordt in oude oorkonden Sasbach genoemd en een vliet de Werra die slinks in de Semoy stroomt, doet de Werra gedenken die in den Weser vloeit.
De oorden Sasserotte zijn bosschen die de Sassen uitroeiden en in vruchtbaar land herschiepen; hier en daar een Harcybosch bewaart het geheugen van het Harzgebergte uit het stamland.
Blijkens de sassensche Capitularia van Karel-den-Groote, kent men bij de Sassen de gouw der Albingii septentrionales; hun naam leeft voort in den Luxemburgschen dorpsnaam Aubange; en 't oord Montauban, in 't noorden van Virton, is de sassensche Albingerberg.
***
Kurth, de geleerde en vermaarde geschiedschrijver, spot in zijn merkweerdig werk: La Frontière Linguistique, I, 565, met de bijdrage van Dr Seelmann die in Zaaimaand 1895 in de Kölnische Zeitung verschenen is.