't dansen waren; als hij beloofd had voortaan de wetten van 't genootschap getrouwer na te leven, wierd de reep losgemaakt en uitgetrokken, zonder dat er wonde of merkteeken op zijn lichaam te zien was.’
Niet alleen de Butwa-leden, maar zelfs velen die er aan vreemd zijn, hebben dat stuk met eigene oogen gezien. Of 't bedrog was of niet, en kan ik niet bevestigen, maar hoe 't bedrog daar mogelijk was, en kan ik mij ook niet inbeelden, aangezien de Negers niet anders als eenen lendendoek voor kleedinge en dragen.
Andere malen, snijden ze een diepen kerf in de tonge, 't bloed vloeit er oogenschijnelijk uit, en eene aanrakinge van den Singuru is voldoende om die tonge te genezen, en in eens tot haren vorigen staat terug te brengen.
Soms nog draait men iemands hoofd achterwaards over, en 't is hem onmogelijk, zonder den hoofdman zijne toelatinge, het op zijn gewone houdinge weder te brengen!
Niet te verwonderen dus dat de Siburi's, de grooten der Butwa, alle gezag op hunne onderdanen bezitten. De kinderen en de jongelingen, uitgelokt door dat onophoudelijk spelen en dansen, daar zij geen deel en mogen in hebben, doen hen inschrijven. Allengskens klimmen ze een, twee trappen hooger, daar zijn ze getuige van die buitengewone macht hunner hoofdmannen - 't zij dat het waarlijk tooverwerk zij, 't zij enkel bedrog, - en ze 'n durven niet meer achteruitdeinzen. Verschrikt hun been te zien uitgerekt worden, hun lichaam te zien doorboren, of hun hoofd achterwaards te zien draaien, gehoorzamen ze, als de getrouwste der slaven aan hunne meesters, die maar te dikwijls gebruik en maken van hun gezag, om, ten koste der Kiburi's en der Kangala's, hunne rijkdommen te vermeerderen en hunne dagen in ledigheid te slijten!
Aan die eerlooze nachtvergaderingen verslaafd, en tegengehouden door de vreeze der hoofdmannen van den Butwa, die onzen godsdienst als hunnen ergsten vijand aanzien, is Mpala's volk weinig genegen de onderwijzingen te komen aanhooren.