Nihil
OMVERRE moet het al! omverre moet het, even, dat eeuwen staande was, dat eerst begon te leven: de tijden zijn gekeerd, eene andere eeuwe naakt, die, blinkende in den oost, de menschen tegenblaakt.’ Verwaanden: en, nochtans zie 'k zon- en maneschijven, zie 'k sterren ongeroerd en onveranderd blijven; zie 'k menschen, goede en kwa', hunne oude lompen aan; zie 'k sterven, altijd voort, en lijken henengaan; zie 'k lijden, hooge en leege, onschuldige en gestraften, manhafte lieden, wijze, onwetende, onmanhaften; geleerde hanen ook, die kraaien: ‘Alles moet omverre,’ doen bijna zoo Jan die dom is doet. 'k Zie één verandering: de menschen loopen heden, al 't gene omhooge trok onachtzaam afgesneden, met 't hoofd omleegewaards en tot den val bereid, den nieuwen afgrond in, van hun hooveerdigheid!
Kortrijk, 17/9/'96.
Guido Gezelle