zonder schijnbaar bedied, kan, voor die ze wikt en weegt, keurt en schat, den naam of de gedachtenis van een volk bewaren, hetwelk daar vroeger, in tijden van volkszettingen en uitwijkingstochten is aangeland.
Bij de wieg vaneen volk en ontbreken maar al te dikwijls de schriftelijke oorkonden.
De nederige oordnamenkunde is soms de eenigste bron van licht, de eenigste getuige uit het grauw verleden voor de vorschende geschiedeniskunde.
Stelt belang in de oude landboeken uwer dorpen; bewaart ze met zorge; openbaart den schat hunner namen, die nu onder 't stof begraven ligt, zonder nut voor de geschiedenis... en wie weet wat er daaruit te voorschijn zal komen!
Pitthem, een der schoonste dorpen van ons geliefd en eigenaardig West-Vlanderen, bezit ook een dier kostbare landboeken.
Hij dagteekent van 't jaar 1760.
Hij en is niet oud, zult ge zeggen; maar 't lieve en 't eigene der voortijden verdween enkel met de fransche omwenteling en al wat van de voorgaande eeuw komt, ligt reeds zoover van ons verwijderd en heeft de kleur en den geur van 't oude trouw bewaard.
't Is in dien landboek dat wij 't genot hadden een heidensch kerkhof aan te treffen.
Die landboek heet:
Nieuwen Ommelooper ende Terrier der Prochie van Pitthem, nieuwe gemeten ende belegert by my gesworen landtmeter slandts van den vryen, begonnen te meten inde maendt ougst 1759 ende voleyndt in de maendt January 1760.
Die gezworen landmeter was even ervaren in 't schrijven als in 't meten, want 't is een echt vermaak zijn keurig geschrift te lezen
't Is onder nr 73 van 't 21e
beghin dat wij de volgende merkweerdige aanteekening gevonden hebben:
Carel van Severen by coope in d'amortisatie commende van den disch van Pitthem, noorb daeraen een behuysde erfve genaemt het heydens kerckhof, paelende oost de straete, zuyt het voorgaende, west ende noort het volgende.