1 - Een Godminnende ziel biedt heur hert aan Jesus die met den linker arm zijn kruis omklemt en met de rechter hand zijn hert verwisselt: onder die plate staat:
Ghebedt.
Jesu die u hert my iont
'K maeck met u een vast verbont,
Dat ick oock van mijnen kant
Heel mijn hert aen u verpant:
Want wanneer mijn 's werelts hert
met u hert vermangelt werdt,
En als mijn hert 't uw sal zijn,
En u hert sal wesen 't myn,
Dan en leef ick selver niet,
Maer het leven ick geniet
Door u hert, 't geen myn gemoet
In u liefd' herleven doet.
F. Huberti.
2. - De plate verbeeldt den goeden herder.
Ghebedt.
o Herder: wiens schaep ick ben
Geeft my dat ick u stemme ken
Geeft dat ick noyt van u en wyck
En in het volgen noyt beswyck:
Want volgh ick u niet over al
'k en ben geen schaep van uwe stal.
Hierom ben ick altydt bereydt
Te volgen waerwaerts ghy my leyt.
Als ghy o Herder my bewaert,
'k en ben voor onheyl noyt vervaert
Bestiert u schaepken dan altydt
Tot syne ziele saligheyt.
Amen.
F. Huberti.
3. - Jesus voor Pilatus.
Ghebedt.
o Jesu die hier syt tot spot
Int wit gekleedt als eenen sot
Tis my nyt heel myn herte leet
Dat ick met myn wit doopsel cleet
Besmeurt staen voor uw maiesteyt
Door mynder souden vuyligheyt.
[pagina 286]
[p. 286]
Ach: suyvert my, o Jesu soet
In u onnoosel Heyligh bloedt
Op dat ick suyver ende reyn
Met u, o Jesu wit magh syn
Amen.
Cor. de Boudt.
4. - S. Clara, met 't H. Sacrament.
Ghebedt.
o Clara die in deughden claer
Franciscum hebt gevolght naer
In armoed, die ghy hebt gestelt
Voor overvloedt van goedt en ghelt,
Op dat ghy heel en gansch onthecht
Van 't tydelyck, Godt heel op recht
Met uwe dochters vierigh dient
En uyt geheel u ziel bemint
Die door de kracht van 't Sacrament
Den vyant van u clooster wendt
Bidt voor ons, dat wy arm van geest
Godt mogen sien in 's hemels feest.
Amen.
F. Huberti.
5. - De Schepping
Ghebedt.
'k Geloof in u o Godt,
Die een syt in u wesen,
Dryvoudigh in persoon,
Van ieder weerdt gepresen.
Die hemel en de aerd'
En wat in d'hemels sweeft,
En op de aerde roert
Uyt niet geschaepen heeft!
Versterckt my in 't geloof
En wilt dat soo vermeeren,
Dat ik u altyts magh
Hier dienen, loven, eeren,
Amen.
J.C. Craen.
F. Huberti.
F. Huberti en Cor. de Boult zijn waarschijnlijk uitgevers.
Onder 't gedicht ‘Schepping’ staet aan de linker zijde, in kleineren druk: J.C. Craen.
Zou die de dichter niet wezen? Immers bij de voor-
[pagina 287]
[p. 287]
ouders van Vondel vinden wij er die den naam Craenen dragen; en Pieter Craenen, of Kranen, is gekend als dichter, (als ik mij goed herinner uit den tijd dat ik letterkunde studeerde).