Mingelmaren
Graantje Lek
KRAANTJE Lek, dat is de name van eene oude herberge, aan den voet der duinen, tot Overveen bij Haarlem.
's Zomers is de krane lek en druipt Jan Geerstekoorn in de schuimende pinten, om den dorst der wandelaars te laven.
Lek behoort tot den stam van leken, en 't is onder den invloed van dit bijvoeglijk naamwoord dat het dietsch lekken, laten dreupelen, tot stand gekomen is en dat wij twee gedaanten leken en lekken gekregen hebben, welke De Bo, als wissels van zachtlange en korte e, in zijn Idioticon, nevens malkaar gezet heeft.
***
Kraantje Lek! Wat bekoorlijk oord! Wat liefelijk hoekje oudnederlandsche grond! Wat onbedorven, stil en eenzaam plekje!
Hoe aangenaam moet het zijn daar in het voorjaar neêr te zitten, in de schaduwe van eeuwenoude beuken, als de lieve lentebloemen in 't heldergroene mos te glimmen staan, als de geluwgroene blaren op de hoornen trillen, als de schitterende bloemhoven, met hunne welriekende geuren den helderblauwen, zachten lucht doorwasemen.
Want ge moet het weten, beste lezers: rond Haarlem liggen er weinig of geen koornvelden; het ommeland van de stad is in een bloemenveld herschapen, waar de bollen tieren, voor al de bloemenkweekers van de wereld.
***
Beste vrienden, in Nederland moet ge reizen.
Ge en moogt niet nalaten het lieve Haarlem, eene der schoonste nederlandsche steden, te bezoeken en, eens te Haarlem, en moogt ge niet vergeten naar Kraantje Lek eene wandeling te doen.
Ge en zult uw uitstapje niet beklagen, wij durven het u verzekeren.
Ge trekt er naartoe langs Bloemendaal, een der schoonste nederlandsche dorpen, een waren bloemhof met prachtige boomen en kronkelende wandelpaden, die u bij iederen stap een versch gezicht, een oorspronkelijk hoekje natuur aanbieden.
't Is eene echte lustwarande.
Verder en verder, tusschen lieve casteelen en oudhollandsche hoeven, komt ge langs de slingerende bane, tusschen sloten en beken, aan Kraantje Lek.
Voor de herberg staat de oudste boom misschien van heel Nederland, een ware reus, die reeds vele stormen doorworsteld heeft en in wiens stam de tijd breede kloven heeft gegraven.