Biekorf. Jaargang 7(1896)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aan Maria Lootens Op den blijden dag harer Eerste Communie, den 24sten in Lentemaand 1896. De wereld is een zee, mijn kind, die vol is van gevaren; vol klippen, banken, wilden wind en woeste baren. 't Is dikwijls duister: zwerk en mist dooft al dat lichten konde; zoo menig mensch die d'haven mist en gaat te gronde! Tot heden toe, zijt ge in de ree van stormen vrijgebleven; nu steekt gij ook in volle zee, voor heel uw leven. [pagina 139] [p. 139] Doch, niet gevreesd: 't geloove doet gij meê tot noordernaalde die, dag of geen, u richten moet en nooit en dwaalde. Ten hemel hebt ge een sterre staan, wier name gij mocht dragen: ze blinkt en wijst de wegen aan, door mist en vlagen. En heden kwam Heer Jesus bij aan boord, wiens enkel spreken, van 't wildste storm- en watertij 't geweld kan breken. Zoo vaart ge veilig tot het strand, waar, over wind en golven, de haven ligt, in 't hemelland voor u gedolven! Jan Craeynest Vorige Volgende