Mingelmaren
Maneghem
MAN is een naamdeel, dat meest als uitgang in de oudgermaansche eigennamen dienst doet.
De oude Germanen droegen schilderende namen, zegt de geleerde en begeesterende geschiedschrijver, G. Kurth, en onder die gekleurde en gespierde voornamen komt men er meer dan honderd tegen die uitgaan op man.
Man bestaat ook echter ook op zijn eigen, of als eerste lid van eenen samengestelden naam.
Men heeft Manno, met korte a en dubbelen medeklinker, en Mano, wellicht met lange a en enkelen medeklinker.
Deze naam Mano komt alleen te voorschijn en ook als naamdeel der samengestelde voornamen Manogold en Manowald.
Onder de oude Franken, die uit de Rhynstreken naar hier getogen zijn, moet er ook een Mano geleefd hebben.
Geene oorkonden en vonden wij noch eenig kostbaar opschrift, dat zijnen naam vermeldt, maar eene benaming heeft zijne gedachtenis bewaard.
Op Pitthem ligt Maneghem en de naam van dit oord beteekent het heim der Maninga, de zate der kinderen van Mano.
J. De Bie