onzen vriend dat stuk te laten drukken. Hij heeft altijd geweigerd, omdat hij van zin is geheel het handschrift eerst af te schrijven. Met reden zwijgt hij tot nu toe den naam der stad waar hij die voor Brugge zeer belangrijke vondste deed. Ondertusschen heeft M. Weale nochtans ons eindelijk de opschriften overhandigd die door den duitschen reiziger van 1468, te Brugge, in de in de H. Bloedcapelle, onder de acht muurschilderingen gelezen en opgeschreven wierden. Hier zijn ze letterlijk, 't en zij dat wij er punten en commas bij gevoegd hebben:
Concernunt isti plagas in corpore Christi
De cruce depositi, mundantes stigmata Christi,
Pyxide servatur sacer et Cruor alle locatur;
Christicolis stratis flexis genibus veneratur
Regis Jherusalem Fulconis nata Sibilla;
Flandrensi comiti Theoderico ducitur illa,
Anglicus et Francus reges, Cesar, ad mare scandunt,
Ut heresim vastent sono de helzat Theoderico.
Obsidet Edissam Theodericus hellico villam,
Jherusalem missam semper fovendo Sibyllem,
Jherusalem reges et Samarie tribuerunt
Sanguinis egregium munus Christi Theoderico.
Basilii Sancti datur ecclesie Cruor iste
Presbiteris: danti Theoderico parcite Criste.
Presbiter ostendit populo miranda Cruoris
Quem Jhesus in terris ob signum misit amoris.
Er zijn eenige moeilijkheden in sommige verzen; maar het is gemakkelijk, met dien tekst, ons de acht muurschilderingen van het midden den XVde eeuw te verbeelden. Heeft men ooit overblijfsels van dat schilderwerk ontdekt? Heeft men in het herstellen der bovencapelle van het H. Bloed, daarover onderzoek gedaan?....
H.R.