Biekorf. Jaargang 6(1895)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Zaaitijd TOE broeders op! 't is tijd van zorgen: de handen aan den ploeg gezet; het werk niet uitgesteld tot morgen, geen uur, geen oogenblik verlet! Het is de dag van planten, ploegen, den zwaren last geen pink verdaagd, ontziet geen zweeten, vlucht geen zwoegen; zoo niet, te laat is 't eens geklaagd. Ons neerstig volk werkt zonder schromen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat; het ziet vol vreugd den zaaitijd komen, en neemt elk oogenblik te baat. 't Is spitten, ploegen, delven, zaaien, 't is werken zonder rooie of rust; hoe rap toch lijf en armen zwaaien verheugd en blij naar hertelust! [pagina 295] [p. 295] Het werk is af; gedaan is 't planten, het zaad rust diep in 't kille graf, om eens nen rijken oest te zanten zendt God ons gunstig weder af. ‘o Schepper, Heer van heil en zegen, die 't werk der menschen rijk beloont, zend milde zon en malschen regen van uit den Hemel waar Gij woont.’ Houdt moed! o mensch, uw God zal waken, hebt moed en sla gerust uw kruis! Geen kwaad en zal uw werk genaken, de Heere waakt op land en huis. Na wintertijd schiet 't zaad eens wakker, door 's Scheppers milde hand gevoed; dan schenkt u land en hof en akker nen oest vol weelde en overvloed. o Schepper, God van dood en leven! o Heer, door wien het al verrijst! gebied! en 't zaad zal vruchten geven, mijn God, die mensche en dieren spijst. Dat mensche en dier u dankbaar loven en bidden om hun daaglijksch brood, o Heer en Meester van hierboven, o bron van leven; Heer van dood. Verpleeg met zorg het zaad der deugden, o mensch! in 't kuisch en vruchtbaar hert; eens schenkt u God de zoetste vreugden, na wel en wee, na vreugd en smert. Volzalig dan van zielsgenuchten zal langs de zoete hemelbaan, uw' vore, uw veld vol rijpe vruchten te groeien en te bloeien staan. Alfons Beelaert Vorige Volgende