Mingelmaren
Waarom ons laten verhollandschen?
WIJ lezen het volgende in ‘nummer 33, Zondag, September 1895, van Vlaamsch en Vrij, drukkerij Jan Boucherie, Hopland, 30, Antwerpen,’ bl. 536:
‘Reimond Stijns is een Vlaamsch schrijver bij uitnemendheid, hij verleent zijn belanglooze medewerking aan tal van tijdschrift ten, die door de weinige ondersteuning welke ze van Vlaamsche schrijvers genieten, hun kortstondig of langdurig bestaan hinkend doorspartelen, Hij liet zich nooit verhollandschen. Bloemen op eigen bodem geplukt draagt hij niet over de grenzen, ten einde ze ginder te laten fleuren ten nadeele van eigen volk; neen, hij grijpt ze met volle handen zoodat hij bezwijkt onder het groen en werpt ze dan in bonte mengeling over zijn landgenooten, om wier hoofd ze blijven hangen als zegekransen, als kronen van eer en van roem.
't Is waar, 't vult zijn buidel niet, doch hij heeft de innige voldoening zijn literatuur in zijn eigen land te zien waardeeren.
Daaraan is het te danken dat Reimond Stijns in geen school gareel wil of kan draven, maar zijn taal alle liedjes laat zingen.