Mingelmaren
't VOLLEDIG opschrift van den boek van Adr. Van Schrieck is als volgt: Van 't beghin enz.... (Zie blz... aanteekening...) met betoon van de dwalingen der Grieken ende Latinen op t' selve beghin ende den ghemeynen oorspronck. Ende dat de Nederlandren metten Ga-hallen (Gallen) ende Tuytschen t' samen in d'eerste tijden ghenaemt Kelten, ghecomen uuten Hebréen op t' Noorden ofte den kelteghen (kouden) lant des weerelts, ghelijck de Caldéen op t' Oosten, ende ander na t' Heet-op (Kthiopien) der sonnen; verre te boven gaan den Griecken ende Romainen in ouderdom ende spraecke.
Af-beleet vanden beghinne, totten tijd van Carolus Magnus, ende besluytende over de 4900 iaere n.
Men ziet het: Van Schrieck wilt juist niet zeggen dat Adam vlaamsch gesproken heeft, gelijk men somtijds zegt om te lachen (Adam = adem?); maar dat het Vlaamsch, door het Keltisch, in rechte lijn afstamt van 't Hebreeuwsch.
Van Schrieck bezat eene veelomvattende kennis van talen en boeken, en hadde hij nu geleefd, het was een sterke philoloog en etymologist. Ongelukkiglijk hij gaat uit van een valsch grondstelsel. Met zijn Vlaamsch (Keltisch en Scytisch) zoude hij alles uitleggen. Scyten komt van schieten = de schutters. Gallen zijn Ga-hallen (Ga-halen) = conquisitores, conquirentes (conquérants), qui vadunt quaesitum: die 't gaan halen.
Kelten zijn deze die de keltige, koude streken bewonen. Kthiopes = heet-oppen: calentiae superiores.
Belgen = Veld-gen = campani.
Parijs is Vaer-ijs = vaarwater, gelegen op de Séquana = seegaan (die naar de zee gaat).
Italiën komt van uit-halen (een schiereiland uit het vaste land gehaald.
Eindelijk Thersite is ter zijde: zoo is ook Van Schrieck hier ter zijde, 'k wil zeggen er nevens. 't Is jammer voor een man van zulk eene geleerdheid.
L. Lootens, onderpastor te Gheluwe.
BEGEERT er iemand van de mare bevrijd te zijn, hij bidde alle avonde alvoorens te slapen te gaan de volgende bede:
Mare, bare, vaart verre van mij
door al de pijpkens van 't dak
eer dat ge mijn bedde genakt!
Oftewel hij zette onder zijne slaapstede zijne kloefen of schoen het onderste boven.